Tjeu Lemmens
De grafstemming bij veel industriële grootverbruikers van elektriciteit wordt veroorzaakt door georkestreerde bedreigingen. De EU heeft de prijzen voor energie naar een kunstmatig hoog peil getild door producenten van elektriciteit te verplichten emissierechten te kopen om CO2 te mogen uitstoten. Deze rechten kosten inmiddels zo’n € 0,09 per kilogram uitgestoten CO2 ofwel € 0,03 per kWh-stroom, en het einde van de prijsstijgingen is nog niet in zicht. Producenten berekenen deze kosten indirect, via de energierekening, door aan klanten, niet alleen burgers maar ook bedrijven. De industrie in Nederland betaalt jaarlijks ca. € 1,5 miljard aan CO2-heffingen aan de EU, die de opbrengst vervolgens doorsluist naar de Nederlandse overheid. Deze grote kostenpost voor de zware industrie – voor zinkfabrikant Nyrstar vormt de elektriciteitsrekening zelfs een derde deel van de totale kosten – verzwakt hun wereldwijde concurrentiepositie aanzienlijk. De Europese Commissie heeft deze schaduwkant van de klimaatgekte onderkend, evenals het risico dat energie-intensieve bedrijven besluiten hun fabrieken in Europa te ontmantelen en elders opnieuw op te bouwen. Zij heeft daarom ondersteuning in het leven geroepen, die gefinancierd wordt uit de verkoop van CO2-uitstootrechten. In feite is dat rondpompen van geld en dat gebeurt via twee regelingen: de Indirecte Kostencompensatie (IKC) en de Volumecorrectieregeling (VCR).
De IKC-regeling staat overheden van EU-landen toe om subsidies te geven aan bedrijven om de indirecte kosten – wat een verhullende term is voor belastingen, het betreft immers staatsheffingen – gedeeltelijk te compenseren. Nederland subsidieert alleen de zware industrie, die in ruil voor deze ‘gunst’ haar productieprocessen moet elektrificeren. De CO2-heffingen die Nederland via de EU binnenkrijgt zijn vooral bestemd voor het uitvoeren van de IKC-regeling, en dat geld is ruim voldoende om de kosten ervan te betalen. Medio 2023 besloot het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, gelijktijdig met de presentatie van het rapport Routekaart Verduurzaming Industrie 1.0, waarin wordt erkend dat industrie belangrijk is voor Nederland maar niet te zeer belastend mag zijn voor de leefomgeving, de IKC-regeling te beëindigen. Dit besluit werd onderbouwd met het argument dat de regeling niet efficiënt zou zijn. Andere landen, zoals de industriële grootmachten Duitsland en Frankrijk, denken daar heel anders over. Zij breiden hun IKC-regeling juist uit om de eigen industrie te steunen.
– Het artikel gaat verder onder de afbeelding –
De VCR was een wettelijke regeling ter ondersteuning van de industrie, die per 1 januari 2024 is afgeschaft. Deze regeling beoogde de prijs van elektriciteit voor circa 35 grootverbruikers in Nederland – die over een lange periode veel elektriciteit afnemen, zoals het bovengenoemde Nyrstar – te verlagen door subsidie te geven op de kosten van het transport van elektriciteit over het net. Hoe meer men verbruikte hoe hoger de geldelijke compensatie. Het beëindigen van deze regeling heeft tot veel commotie geleid bij de grootverbruikers, vooral omdat de beweegredenen van de rijksoverheid voor afschaffing onduidelijk zijn, terwijl de economie op onverantwoorde wijze ontwricht raakt. Het besluit laat zien in welke mallemolen de regelgeving in Nederland is beland. De Autoriteit Consument & Markt (ACM), die volgens haar website bedrijven controleert op oneerlijke concurrentie en consumentenbelangen beschermt, speelt een hoofdrol in dit treurspel van destructie.
De beweegredenen van de ACM om de VCR-kortingsregeling voor de industrie te beëindigen, zijn tweeledig. Ten eerste heeft de Nederlandse overheid de VCR opgenomen in de Elektriciteitswet, wat niet is geoorloofd volgens het Europese Hof van Justitie, omdat een bevoegde nationale instantie (in Nederland de ACM) daarover gaat. Ten tweede verbiedt, aldus ACM, Europese regelgeving dat grootverbruikers onevenredig goedkoper uit zijn dan huishoudens en andere kleinverbruikers. Omdat de ACM als waakhond niet onder controle van de overheid staat kon deze nationale instantie eigenmachtig de VCR schrappen.
Het zou logischer zijn geweest wanneer de ACM met de betreffende ministers in conclaaf was gegaan om de uit de pan rijzende energiekosten voor kleinverbruikers te verlagen in plaats van een noodzakelijke EU-subsidieregeling voor de industrie te liquideren. Onbevangen landgenoten zullen de stopzetting van deze subsidie wellicht toejuichen, want waarom zouden grote bedrijven die de leefomgeving belasten bevoordeeld moeten worden ten opzichte van huishoudens. Deze redenering gaat voorbij aan de verwevenheid tussen de economische belangen van bedrijven en burgers. Voor de welvaart van burgers is vooral werkgelegenheid van belang; het doorberekenen van productiekosten in consumentenprijzen schaadt hun koopkracht.
Niet alleen de zware industrie – die door economen tezamen met andere maakindustrie geschaard wordt onder de secundaire sector – ligt onder vuur van de overheid. Ook de primaire sector – landbouw, visserij en winning van delfstoffen (lees: aardgas) – wordt, zoals genoegzaam bekend, in rap tempo afgebroken. Men zou verwachten dat hierdoor veel banen verloren zouden gaan. Dat is niet het geval. Integendeel, er heerst schaarste op de arbeidsmarkt. Niet verwonderlijk want de quartaire sector – bestaande uit overheden – groeit als kool. (De tertiaire sector omvat commerciële dienstverleners, zoals accountants, consultants, kappers, koks, pedicures en winkelbedienden.) Vooral bij de twee ministeries die zich bezighouden met de klimaat- en stikstofleugens groeit het aantal ambtenaren sterk – in 2022 met ruim 16% en 13% respectievelijk.
- Het artikel gaat hieronder verder -
Het cartoonboek bevat een bonte verzameling van de beste, scherpste, mooiste en meest treffende cartoons uit Gezond Verstand.
Je maakt kennis met de cartoonisten, die je vervolgens meenemen in het creatieproces en stap voor stap laten zien hoe de cartoons tot stand komen. Waar komen de ideeën en inspiratie vandaan? Welke materialen gebruiken ze en wat vinden ze het mooiste en moeilijkste aan hun vak?
Normaal €42,50 voor abonnees €39,50
Deze explosieve groei van overheidspersoneel schaadt de samenleving omdat personeel waar bedrijfsleven, zorg en onderwijs om zitten te springen, wordt weggekaapt door overheidsinstanties om vooral controle- en commandoposten te bemensen, landbouw en visserij te vernietigen en productieve bedrijven, die essentieel zijn voor de welvaart, het land uit te jagen.
Door de aanwassende controle- en regelzucht groeit niet alleen het aantal rijksambtenaren dat in minder dan één decennium met bijna een kwart is toegenomen, maar ook het aantal ambtenaren bij provincies en gemeenten alsook bij quasi-overheidsinstellingen waar semiambtenaren hun inkomen verwerven uit belastinggelden. Daarnaast huren overheden steeds meer consultants uit de tertiaire sector in omdat de expertise ontbreekt om de door henzelf gecreëerde complexe samenleving te besturen. Ook werken veel mensen bij door de staat gesubsidieerde instellingen die een flinke voet tussen de deur hebben bij maatschappelijke instellingen als scholen, waaronder de stichting Rutgers – expertisecentrum seksualiteit – die in 2022 ruim € 22 miljoen subsidie van de overheid ontving om het lesmateriaal voor het onderwijsprogramma Week van de Lentekriebels, tot ongenoegen van veel ouders, te ontwikkelen. Wat de overheid creëert zijn improductieve en deels parasitaire banen, waar men drukdoende is met het uitvoeren van nutteloze taken, zoals dwangcontrole op burgers en bedrijven en het rondpompen van geld dat vanuit de overige drie economische sectoren in de staatskas stroomt.
Wat we tot nu toe buiten beeld hebben gelaten is dat er, naast CO2-heffingen, een tweede oorzaak bestaat voor de hoge energieprijzen. Daarvoor moeten we niet met de beschuldigende vinger naar Moskou wijzen, zoals vaak gebeurt, maar naar Brussel. Als antwoord op de inval in Oekraïne legde de EU strafmaatregelen op aan Rusland, waaronder invoerbeperkingen van energie. Deze uit arrogantie geboren sancties komen als een boemerang terug en dat heeft geleid tot buitensporig hoge energieprijzen waarmee de EU zichzelf in de lemen voet heeft geschoten.
Het ooit zo fiere schip van de Europese economie maakt slagzij. De compartimenten – de afzonderlijke EU-landen – stromen vol water, maar niet in gelijke mate, waardoor het lijkt alsof het ene EU-land een stringenter industriebeleid voert dan het andere. Ondanks de uitbreiding van de IKC-regeling de-industrialiseert Duitsland in rap tempo, aangejaagd door de energietransitie. Vooral de auto- en chemische industrie wordt net als in Nederland hard geraakt. Medio februari 2024 sloot de enige autofabriek in Nederland, VDL Nedcar in Born en opvolger van de producent van DAFs, de fabriekspoorten. De omzet van de Nederlandse industrie daalde in 2023 met bijna 6%, aldus het CBS. Het is overduidelijk dat het Nederlandse industriebeleid binnen Europa vooroploopt in het vernietigen van de primaire en secundaire sectoren. Op termijn leidt deze onttakeling tot verlies van welvaart, toename van armoede en destabilisatie van de samenleving.
De machteloosheid van de Nederlandse overheid komt steeds vaker tot uiting in haar beroep op overmacht, de ene keer veroorzaakt door EU-regelgeving, de andere keer door binnenlandse, eigenmachtige instanties, zoals de ACM, waarover zeggenschap ontbreekt. De Nederlandse overheid is daarmee verworden tot een dwerg op lemen voeten die toestaat dat dolgedraaide regelgeving de bestaanszekerheid van burgers en bedrijven ondermijnt.
– einde artikel –
Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand
Volg ons op social media
Kijk en beluister Gezond Verstand via