Bert Egberts
Intussen wordt op televisie en in de reguliere media het voeren van oorlog verder genormaliseerd. Zo verschenen onze koning en zijn gemalin al aan ons in camouflagetenue. Terwijl voor de meeste landgenoten het conflict in Oekraïne een ver-van-mijn-bedshow is, gaat de focus op het versterken van de ‘veiligheids’maatregelen dat mogelijk veranderen. Met het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) was al duidelijk dat ‘defensie’ behoefte heeft aan meer fysieke ruimte. Qua ruimtebeslag is er concurrentie gekomen tussen diverse maatschappelijke belangen, zoals – naar eigen zeggen – de woningbouwopgave, de energietransitie en natuurherstel.
Momenteel gaat Defensie het land door om draagvlak voor terreineigendom te krijgen. Dat is nodig voor munitieopslag, oefenterreinen voor explosies, drones en het onderbrengen van de F-35-gevechtsvliegtuigen. De wijze waarop de gemeente Dalfsen hier onlangs mee is geconfronteerd, is tekenend voor de handelswijze van de overheid. De benodigde sloop van 51 woningen en bedrijven aldaar voor een munitiedepot levert in plaats van draagvlak vooral maatschappelijke onrust op. Te hopen valt dat burgers en ondernemers een ander traject te wachten staat dan bijvoorbeeld de inwoners van Herwijnen. In 2016 kocht Defensie een perceel in Herwijnen waarop een radarinstallatie uit de jaren zeventig van Luchtverkeersleiding Nederland stond – sinds 2012 buiten gebruik. Defensie wilde hier een nieuw militair radarstation plaatsen. Conform het toen geldende bestemmingsplan kon dat niet, maar de koop werd gesloten nadat de gemeente Lingewaal (waar Herwijnen toen onder viel) bevestigde met Defensie mee te zullen werken aan wijziging van het bestemmingsplan. Begin 2017 werd dan ook een nieuw ontwerpbestemmingsplan gepubliceerd, waarna een soap begon die tot vandaag voortduurt.
De inwoners van Herwijnen zaten duidelijk niet te wachten op overlast van geluid, extra verkeer en gezondheidsrisico’s ten gevolge van straling, mede omdat er nog steeds een operationele radarinstallatie van het KNMI staat. Verder maakten gemeenteraden van omliggende gemeentes zich zorgen om de mogelijke gevolgen voor initiatieven tot het plaatsen van windmolens. Dit vraagt om een belangenafweging tussen militaire controle over het luchtruim en het realiseren van energietransitie-doelstellingen.
Het jaar 2018 stond in het teken van inspraakrondes en voorlichtingsbijeenkomsten.
De gemeente Lingewaal ging echter niet akkoord met de voorgestelde bestemmingsplanwijziging. Toch gaf Defensie niet op. De radarinstallatie in Nieuw-Milligen was dringend aan vervanging toe en Herwijnen was een ideale locatie voor een vervangende installatie, want het heuvelachtige terrein in Nieuw-Milligen is problematisch voor detectie van laagvliegende objecten zoals drones. Defensie legde de Rijkscoördinatieregeling als troefkaart op tafel, waarbij Rijksoverheid zelf de besluitvorming coördineert vanwege het nationaal belang. Per 2019 valt Herwijnen door een gemeentelijke herindeling onder de gemeente West-Betuwe, waarna Defensie in gesprek ging met West-Betuwe.
Met betrekking tot de radarinstallatie in Herwijnen werd er vervolgens een tweesporenbeleid gevoerd. Enerzijds werd toegezegd dat Defensie beter moest gaan communiceren met omwonenden, moest door TNO nader onderzoek worden gedaan naar de effecten, en moest er onderzoek worden gedaan naar alternatieve locaties. Anderzijds werd werk gemaakt van de Rijkscoördinatieregeling. Eind 2019 werd die dan ook door beide Kamers geloodst. Vervolgens ging men aan de slag. De periode van 2020 tot 2023 stond in het teken van onderzoek, plannenmakerij en informatieverstrekking. Leden van zowel de Eerste als Tweede Kamer bleven zich ermee bemoeien middels Kamervragen en -moties. Het kabinet handhaafde echter zowel het toepassen van de Rijkscoördinatieregeling als de locatie Herwijnen.
De huidige stand van zaken is dat de officiële kennisgeving ontwerpbesluit radarstation Herwijnen in de Staatscourant is gepubliceerd en dat de termijn voor het indienen van een zienswijze inmiddels is verstreken. De gemeente West-Betuwe stelt dat de overheid de Rijkscoördinatieregeling als paardenmiddel gebruikt om de lokale autoriteiten aan de kant schuiven en haar zin door te drukken. In hun zienswijze geeft West-Betuwe tal van bezwaren op diverse vlakken. Met name wordt tegen de gevolgde procedure bezwaar gemaakt. Ook is er gebrek aan draagvlak, zowel bij inwoners als bij lokale en nationale politiek. Er worden grote bezwaren geuit tegen de locatiekeuze, de afstand tot de bebouwing en ten aanzien van de gezondheidsrisico’s voor inwoners van Herwijnen (en omstreken) vanwege straling en geluidshinder. Omwonenden zien dit standpunt bevestigd op basis van informatie uit WOB/WOO-verzoeken waaruit kan worden afgeleid dat gezondheidsrisico’s ten gevolge van straling worden gebagatelliseerd en onderzoek naar alternatieve locaties niet serieus is uitgevoerd. Defensie gebruikt de door eigen falen opgelopen vertraging inmiddels als onderbouwing voor de keuze van locatie Herwijnen.
Deze casus staat niet op zichzelf. De Rijkscoördinatieregeling kan worden gezien als een variant op de Spreidingswet. Ook daarmee zet de rijksoverheid lokale overheden en daarmee hun inwoners buitenspel. Onder het mom van een opvangcrisis moeten gemeentes aan de slag met het organiseren van huisvesting. De vraag is nu of de behoefte aan extra Defensielocaties voor onder meer munitieopslag ook gaat ontaarden in een langjarige soap. Op zijn minst zijn bewoners van kandidaatlocaties alweer op de kast gejaagd.
Problematisch voor Defensie is dat er door bezuinigingen jaren niets is gedaan en dat woningbouw, recreatie en bedrijvigheid letterlijk dichterbij zijn komen te liggen.
- Het artikel gaat hieronder verder -
In dit nummer onder meer:
– Horen, Zien, Zwijgen in Medische Wereld
– Komt er bredere rampzalige oorlog?
– Poetin staatsbezoek Noord-Korea, Vietnam
– Maleisië vraagt BRICS-lidmaatschap aan
– Voorspelde nieuwe pandemie begint
In haar Notitie Reikwijdte en Detailniveau – Programma Ruimte voor Defensie van december 2023 gaat men ook verder in op de oorzaak. Er wordt gesteld dat de krijgsmacht als gevolg van de verslechterde veiligheidssituatie sneller, vaker en langer moet kunnen worden ingezet. En dat Defensie daarom werkt aan het omhoog brengen van de gereedheid en inzetbaarheid, het gericht versterken van de gevechtskracht en het verbeteren van de wendbaarheid van de organisatie. Wat men begrijpelijkerwijs niet kan schrijven is dat genoemde problemen en oorzaken door overheidswege gefabriceerd zijn (zie Pieter Stuurman, Gezond Verstand nr. 92). De nota bevestigt verder het beeld dat men ook mag verwachten van een typische defensieorganisatie, een organisatie van kaders, planners en doeners.
Op het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie is participatie zoals vastgelegd in de Omgevingswet van toepassing. Dit plan geeft inzicht in de manier waarop burgers, bedrijven, ngo’s en bestuursorganen bij de planvorming worden betrokken. Het goede nieuws is dat men snapt dat zonder medewerking en samenwerking de beoogde resultaten niet kunnen worden bereikt. Nadrukkelijk verwijzen naar de Omgevingswet, waarmee het eigendomsrecht wordt uitgehold, geeft echter minder hoop op een goede afloop. Volgens het plan is de participatieniveau-consensus voorbehouden aan het bevoegd gezag. Overige belanghebbenden mogen op zijn best meedenken, maar niet meebeslissen. Ook kan uit de eerdergenoemde nota niet worden afgeleid wat de mogelijke consequenties zijn. De gemeente Buren, die ook op de nominatie staat, heeft Defensie reeds een zienswijze gestuurd waarin zij haar bedenkingen tegen de realisatie van een grootschalige munitieopslag uit. Aangevoerd wordt dat in het zoekgebied van Defensie thans woningbouw gepland is. Wederom is het een kwestie van letterlijk woekeren met ruimte. Wellicht dat zogenaamde landbouwtransitiegebieden uitkomst bieden.
Het fundamentele probleem van het ontbreken van publieke steun voor haar projecten heeft Defensie goed ingeschat. De recent door de EU aangenomen Natuurherstelwet vraagt bijvoorbeeld ook overdracht van grondoppervlak naar de staat. De verwachting is dat de toenemende concurrentie tussen diverse transities en oplossingen om gefabriceerde crises het hoofd te bieden, zal leiden tot een steeds grotere rol van de centrale overheid. Met als gevolg dat lokale overheden, bedrijven en burgers steeds vaker het onderspit zullen delven onder de dooddoener ‘landsbelang’.
– einde artikel –
Je las een gratis artikel uit Gezond Verstand
Volg ons op social media
Kijk en beluister Gezond Verstand via