Albert van de Ven
De zeeën die grenzen aan landen worden zwaar belast door menselijke activiteiten als scheepvaart, visserij en de zoektocht en winning van aardolie en aardgas. Daar is sinds enkele decennia ook de opwekking van elektrische energie met windturbines bijgekomen en als men niet tot inkeer komt, zullen daar ook nog drijvende velden met zonnepanelen aan worden toegevoegd. De Noordzee is een van de intensiefst gebruikte zeeën ter wereld, waar Groot-Brittannië, Noorwegen, Nederland en Denemarken het grootste aandeel in hebben. De zorgen over schade aan het zeemilieu, vooral bij natuurorganisaties, richten zich vooral op de olie- en gasindustrie. Maar kritisch onderzoek leert anders.
Schadelijke kanten van olie- en gaswinning op zee
De olie- en gasindustrie heeft geen beste reputatie als het gaat om schade aan natuur en milieu. Voortdurende acties van mensenrechten-, natuur- en milieu-organisaties hebben er echter voor gezorgd dat de ondernemingen de negatieve aspecten van deze industrie hoger op de agenda hebben gezet waardoor kwalijke incidenten merkbaar zijn afgenomen. Deze bedrijfstak heeft op dit gebied nog wel een weg te gaan.
Voor de eigenaren van boorinstallaties ontstaat een lastig probleem wanneer een locatie onrendabel wordt en uit de productie gehaald moet worden. Vooral voor offshore platforms is het afbreken van een installatie een zeer kostbare zaak waar de exploitanten liefst met een grote boog omheen lopen. Momenteel zijn er wereldwijd zo’n 240 offshore boorplatforms productief maar een veelvoud daarvan (ruim 12.000) heeft zijn werk gedaan en is niet meer actief. In het Nederlandse deel van de Noordzee gaat het om ruim zestig installaties die gesloopt en opgeruimd zouden moeten worden, en dat aantal gaat in de komende jaren nog flink oplopen. De faciliteiten op zee die met zware betonnen en stalen constructies in de zeebodem zijn verankerd, zijn het duurst om geheel op te ruimen. Het slopen van het deel dat boven het wateroppervlak uitsteekt is relatief eenvoudig en betaalbaar, maar onder water is het uiterst complex en kostbaar om dit met zo weinig mogelijk schade aan het zeemilieu uit te voeren. De eigenaren stellen deze klus dan ook zo lang mogelijk uit in afwachting van andere oplossingen.
En die lijken er wel te zijn. Een van die oplossingen is om het deel onder water aan de natuur over te laten, terwijl alleen het deel boven water weggehaald wordt. Zeebiologen hebben ontdekt dat er op de constructies onder water een zeer levendig ecosysteem ontstaat omdat het functioneert als een kunstmatig rif met de typische levensvormen die daarbij horen. Dit was al bekend van bijvoorbeeld scheepswrakken die zeer populair zijn bij duikers vanwege de grote variëteit aan soorten zeeleven die daar te zien zijn. Een belangrijke voorwaarde is dan wel dat schadelijke stoffen uit de constructies verwijderd worden en de constructies zelf geen hindernissen gaan vormen voor scheepvaart, visserij en andere activiteiten op zee.
Voor sommige van deze in onbruik geraakte faciliteiten zien ook de energietransitie-apologeten wel toekomst, deze zouden namelijk omgebouwd kunnen worden tot ‘waterstof-fabrieken’. Met de elektriciteit die door de windturbines wordt opgewekt zou hier via elektrolyse waterstof kunnen worden gemaakt wat via de buizen die er al liggen, aan land kan worden gebracht. Prachtige gedachte als enig geloof wordt gehecht aan de klimaathysterie gebaseerd op de CO2-hoax, maar in de praktijk zal dit weinig meer dan heel wat technische problemen opleveren. Wat bijvoorbeeld wordt er gedaan met de grote hoeveelheid zuurstof die vrijkomt bij het elektrolyseproces? Daarnaast bezit waterstof per volume-eenheid driemaal minder energie dan aardgas, wat gevolgen heeft voor de druk en stroomsnelheid van het gas door de buizen. Waterstof, het kleinste molecuul dat wij kennen, heeft daarnaast de neiging door materialen heen te dringen zodat het maar de vraag is of het bestaande aardgasnet daarvoor geschikt is. Overigens, als de waterstof als energiedrager en opslagmedium voor elektriciteit wordt gebruikt, gaat in het proces van windturbine tot elektriciteit bij de verbruiker 50 tot 65% verloren, wat natuurlijk gevolgen heeft voor het aantal windturbines dat extra nodig is. Deze nieuwe functie voor afgeschreven boorplatforms is dus niet heel realistisch.
Elektriciteit uit zeewind is niet onschadelijk
Aan het idee dat elektriciteit uit wind met de huidige windturbines een schone energievorm is, blijkt nogal wat te schorten. Het probleem van de afgedankte rotorbladen, die bestaan uit moeilijk recyclebare composietmaterialen, is bekend, evenzo de dodelijkheid voor vogels, vleermuizen en insecten, en het schadelijke geluid dat zich onder water over grote afstanden voortplant.
- Het artikel gaat hieronder verder -
Het cartoonboek bevat een bonte verzameling van de beste, scherpste, mooiste en meest treffende cartoons uit Gezond Verstand.
Je maakt kennis met de cartoonisten, die je vervolgens meenemen in het creatieproces en stap voor stap laten zien hoe de cartoons tot stand komen. Waar komen de ideeën en inspiratie vandaan? Welke materialen gebruiken ze en wat vinden ze het mooiste en moeilijkste aan hun vak?
Normaal €42,50 voor abonnees €39,50
Wat minder bekend is en waar de voorstanders van windenergie liever over zwijgen, is de slijtage van de rotorbladen. Recente rapporten tonen aan dat de rotorbladen aan sterke erosie onderhevig zijn waarbij onder andere de als zeer schadelijk beschouwde stof Bisfenol A vrijkomt. Er is al aangetoond dat deze stof in het grondwater rondom de windturbines voorkomt. Op zee, in contact met zoutdeeltjes in de lucht, is de slijtage nog een stuk ernstiger en zijn er gevallen bekend van bladen die om deze reden al na vijf jaar vervangen moesten worden.
Nederland heeft zich tot doel gesteld om per 2032 zo’n 21 GW aan windturbinevermogen op zee te hebben; uitgaande van een turbine met een vermogen van 10 MW (de grootste op land zijn 5 tot 7 MW) zou dat neerkomen op 2.100 van deze machines. En dat is nog maar het begin want dit opgestelde vermogen is lang niet toereikend om in de huidige vraag te voorzien, laat staan de verwachte toekomstige vraag als ervan uitgegaan wordt dat elk gebouw dat verwarmd moet worden een warmtepomp heeft en elk voer-, vaar- of vliegtuig dat zich wil verplaatsen, aangedreven wordt door een elektromotor.
Het is niet moeilijk voor te stellen welke gevolgen de bouw, het regelmatige onderhoud, de giftige erosieproductie en de vervanging na tien tot vijftien jaar, op het zeemilieu heeft. Ironisch is dat de continue bedrijvigheid in en rond de grote windturbineparken nog heel lang, zo niet altijd, sterk afhankelijk zal blijven van fossiele brandstoffen voor het varend en vliegend materieel.
Idealisme of realisme
Volgens de kritische en onafhankelijke specialisten op het gebied van energie is het voor het klimaat volstrekt onnodig om af te stappen van fossiele brandstoffen (die voor een deel niet eens fossiel zijn), en wat betreft de gevolgen voor natuur en milieu lijkt de weg die nu gekozen is aanzienlijk veel schadelijker uit te vallen. Zonder meer een uiterst schadelijke oplossing voor een niet-bestaand probleem.
De voorzitter van de laatste klimaatconferentie in Dubai, COP28, Sultan Al Jaber, liet zich in een interview ontvallen dat het volledig uitfaseren van fossiele brandstoffen de menselijke beschaving weer in grotten zou terugbrengen. Natuurlijk heeft deze man belangen in de olie- en gasindustrie, maar dat neemt niet weg dat hij met deze opmerking heel wat meer realiteitszin aan de dag legt dan energietransitie-aanhangers met hun blinde idealisme dat gespeend is van elk gezond verstand.
– einde artikel –
Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand
Volg ons op social media
Kijk en beluister Gezond Verstand via