Scroll Top

CBDC is door geopolitieke spanningen een illusie geworden

89 CBDC is door geopolitieke spanningen een illusie geworden
CBDC is door geopolitieke spanningen een illusie geworden

Sander Boon

De Chinese president Xi Jinping is begin mei na vijf jaar weer voor een bezoek in Europa. Hij doet Frankrijk, Hongarije en Servië aan. Dat laatste land opmerkelijk genoeg precies 25 jaar na het NAVO-bombardement op de Chinese ambassade, waarbij drie Chinezen omkwamen. De twee andere landen hebben aangegeven dat Europa af moet van de afhankelijkheid van de VS. Het bezoek van Xi moet worden gezien als een directe politieke aanval op de rol van de NAVO en de VS in de wereld. Het markeert een ommekeer in de wereldpolitiek, waar het Westen meer dan vijfhonderd jaar dominantie kende. Het is tevens een signaal dat een wereldomspannend netwerk van CBDC’s, uitgegeven door constructief en zonder frictie samenwerkende centrale banken, zo goed als onmogelijk is geworden.

De VS is een federatie in verval. Ondanks de geopolitieke, monetaire en economische verzwakking, zien ze zichzelf echter nog altijd als machtig, ‘exceptioneel’ en superieur. Deze houding is niet uitsluitend voorbehouden aan de VS, ook westerse bondgenoten hebben zich deze eigenschappen toegeëigend. Volgens Clinton Fernandez – een voormalig geheim agent en tegenwoordig professor Internationale Betrekkingen aan de Australische universiteit van New South Wales – kan er dan ook niet gesproken worden over vazalstaten, maar over sub-imperiale handlangers van de VS. In zijn boek Sub-Imperial Power (2022) beschrijft Fernandez het verschil tussen deze twee verhoudingen. Een vazalstaat is onderdanig en voert het beleid uit van de superstaat. Een subimperiale macht, zoals Australië, Israël of het Verenigd Koninkrijk, is in wezen een handlanger van de huidige ‘imperiale’ heerschappij van de VS, met als taak om deze in hun eigen regio’s te behouden of te vergroten. Het lijkt meer op een maffiastructuur, waarbij de Don staat voor de algehele dominantie en de handlangers voor de uitbuiting van de ‘cliënten’.

Deze landen zijn niet zozeer slachtoffers of slaafse uitvoerders van orders van een hegemoniale grootmacht, maar financieel en economisch profiteurs van eenzelfde agressieve neokoloniale politiek als die van de grootmacht. Ze hebben het idee dat ze er zulke onevenredige voordelen aan ontlenen, dat ze bereid zijn tot het uiterste te gaan om de VS te helpen deze heerschappij te behouden, ten koste van degenen die onevenredig veel verliezen lijden aan deze ‘rules based order’. Fernandez stelt dat deze extreem agressieve neokoloniale politiek, gestuurd door financiële belangen, de politieke en maatschappelijke veiligheid van de sub-imperiale landen op de langere termijn meer schade dan voordeel oplevert. Het is iets dat al eerder door de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington werd ingezien: “Het Westen won de wereld niet door zijn ideeën, waarden of religies, maar door zijn superioriteit in het toepassen van georganiseerd geweld. Westerlingen vergeten dit feit vaak, niet-westerlingen nooit.” Momenteel zien we dat met name landen die zijn uitgebuit versneld in opstand komen.

Begin 2022 is de strijd om de geopolitieke macht losgebarsten. De rules based order, aangehangen en opgelegd door de VS, ligt onder vuur door een steeds groter wordende coalitie van landen, onder leiding van China en Rusland, die staan voor het internationaal recht op basis van soevereine staten. Het Westen, en met name de VS, maakt daarbij opzichtige inschattingsfouten over de eigen morele en machtspositie.

89 CBDC is door geopolitieke spanningen een illusie geworden

Dat is uit een opmerkelijke hoek verklaarbaar. Journalist Jerry Useem schreef voor het blad The Atlantic in 2017 een artikel over de schadelijke werking van macht op het menselijk brein. Dacher Keltner, een psychologieprofessor aan UC Berkeley, kwam er na jaren van laboratorium- en veldexperimenten en bronnenonderzoek achter dat mensen die lange tijd machtige posities hebben bekleed zich gedragen alsof ze traumatisch hersenletsel hebben opgelopen – ze worden impulsiever, zijn zich minder bewust van risico’s en, wat cruciaal is, zijn minder in staat om zaken vanuit het standpunt van anderen in te schatten. Een illustratie van zelfoverschatting is de opmerking van de Amerikaanse staatssecretaris van Handel, Gina Riamondo. Die beweerde dat de Taiwanese chipindustrie onderdeel is van het Amerikaanse succes op de High End chip market. Toen de interviewer aangaf dat Taiwan en niet de VS de maker is van deze chips, bond de staatssecretaris in. In weerwil van de in 1973 tussen de VS en China overeengekomen één-Chinapolitiek, beschouwt de VS Taiwan dus inmiddels als buitenpost van de eigen geopolitieke machtssfeer.

Op deze wijze combineert de VS een ideologische dwang om de rest van de wereld te bekeren naar het eigenbelang met een neokoloniale reflex om anderen uit te buiten. Het is een arrogante houding, zonder enige vorm van zelfreflectie, die de rest van de wereld steeds meer tegenstaat. China is klaar met deze buitensporige toe-eigening van macht en invloed. Waar China een wig probeert te drijven tussen de EU en de VS door vriendschappelijke bezoeken aan Europese landen met symbolische betekenis, daar schoffeert China de VS door de diplomatieke etiquette te negeren. Zo werd zojuist Antony Blinken, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, in China op het vliegveld geschoffeerd. Hij werd niet opgewacht met de gebruikelijke egards, maar door een lage Chinese partijfunctionaris, en zonder rode loper en escorte. Bij vertrek was er zelfs, geheel tegen diplomatiek gebruik in, helemaal geen Chinese functionaris aanwezig. Om te benadrukken hoezeer de verhoudingen tussen China en de VS zijn verslechterd, vroeg de Chinese president Xi Jinping vlak voor zijn ontmoeting met Blinken: “Wanneer vertrekt hij weer?”, waarmee hij duidelijk maakte dat de geaccepteerde normen in diplomatie voor China richting de VS niet meer gelden.

Zolang de VS een koers vaart van confrontatie en handhaving van de wetteloze westerse rules based order, zullen de geopolitieke spanningen verder oplopen. De kans op monetaire samenwerking neemt in dit soort situaties navenant af. In vrijheidslievende kringen wordt nog steeds gevreesd voor invoering van CBDC’s. Maar tien jaar geleden werd de discussie over invoering van een wereldvaluta op basis van internationale samenwerking al beslecht. Dat kan alleen wanneer er algehele overeenstemming bestaat. Na een toespraak van toenmalig voorzitter van de Bank of England, Mark Carney, laaide discussie erover op. Hij stelde dat de wereld klaar was voor de invoering van de Special drawing rights (SDR), de rekeneenheid van het IMF, als alternatief voor de dollar.

Maar dat project bleek bij voorbaat kansloos. Want de SDR is gebaseerd op een mandje van mondiaal veel gebruikte valuta met een weging naar rato van de onderliggende economie. Hoe zwaarder de weging, hoe meer invloed op het monetair beleid. De VS aanvaardde toen dat China werd toegelaten tot het mandje, maar de weging bleef – tegen het zere been van China – uiterst beperkt. In tijden van oplopende geopolitieke spanningen is overeenstemming over de juiste economische weging van de eigen valuta ten opzichte van de tegenstrever(s) natuurlijk ondoenlijk.

Eenzelfde probleem met een juridische twist speelt op het vlak van CBDC’s. Volgens een publicatie uit 2021 van het IMF, mag bijna 80 % van de centrale banken geen digitale valuta uitgeven volgens hun bestaande wetgeving. Eind 2023 stelde de huidige voorzitter van de Bank for International Settlements (BIS), August Carstens, dat CBDC’s alleen succesvol kunnen worden uitgerold wanneer elk land meedoet. Anders kan het door landen en organisaties worden ontdoken. Mondiaal moet er dus overeenstemming zijn dat een CBDC functioneert binnen een kader van uniforme en duidelijk omschreven rechten en plichten. Denk aan de privacy van CBDC-gebruikers en de bescherming van hun gegevens, aan de veiligheid van het financiële systeem en aan de mogelijkheid voor gebruikers om te kiezen tussen CBDC en andere vormen van geld. Is hier geen overeenstemming over, dan kan een wereldomspannend netwerk van CBDC’s niet worden ingevoerd, aldus Carstens. En dan hebben we het niet eens over de nu nog dominante rol van de dollar in het financiële systeem, een rol die de VS niet graag ziet verdwijnen. Gelet op de oplopende mondiale geopolitieke spanningen, lijkt uniforme overeenstemming over invoering van CBDC’s tussen deelnemende landen vooralsnog dus een illusie.

De geopolitieke positie van het Westen is verzwakt en landen gekenschetst als de Global South zijn grootafnemers van fysiek goud. Dit doen ze in anticipatie op de val van de dollar, een vlucht uit Treasuries en daarmee de onttroning van de Amerikaanse unipolaire hegemonie en de rules based order. We moeten ons gaan buigen over wat er in de toekomst – na de val, waardoor het Westen geopolitiek een toontje lager zingt – overblijft van een mondiaal financieel systeem zonder de buitensporige dwingelandij van de VS en haar handlangers.

 

Wat vertel ik mijn medemens?

  1. Door een ommekeer in de wereldpolitiek is een wereldomspannend netwerk van CBDC’s zo goed als onmogelijk geworden.
  2. Het Westen won de wereld door zijn superioriteit in het toepassen van georganiseerd geweld.

– einde artikel –

Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand

Volg ons op social media

Kijk en beluister Gezond Verstand via

Gerelateerde berichten

Privacybeleid
Wanneer u onze website bezoekt, dan kan deze informatie via je browser opslaan voor specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hieronder kunt je je privacyvoorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van cookies van invloed kan zijn op je ervaring op onze website en de diensten die we aanbieden.