Sander Boon
Soft Power is een begrip dat is gelanceerd door de Amerikaanse politicoloog en machtsrealist Joseph Nye. In zijn onlangs verschenen memoires beschrijft de inmiddels 87-jarige Nye hoe hij deze term toepaste op de Amerikaanse machtspolitiek in buitenlandse aangelegenheden. Nye was adviseur van de presidenten Carter en Obama en bekleedde topfuncties op Harvard University. Volgens Nye komt soft power niet uit de loop van een geweer, maar berust op de culturele aantrekkingskracht van een land dat zowel militair als economisch machtig is. Wat sterk is, wordt gezien als begeerlijk en wat begeerlijk is wordt aangeschaft en/of gekopieerd. Ook de bekende Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington benadrukte vaak het grote belang van soft power. Hij stelde dat een toename van harde economische en militaire macht het zelfvertrouwen van bevolking en elite versterkt, wat leidt tot een geloof in de superioriteit van de eigen cultuur in vergelijking met die van andere volkeren. Dit verhoogt de aantrekkingskracht bij andere volkeren. De VS heeft traditioneel uitgeblonken in culturele soft power, met Hollywood, populaire muziek, technologie en instellingen voor hoger onderwijs die wereldwijd een beeld projecteren van de Amerikaanse waarden en levensstijl.
Juist bij de prestigieuze Amerikaanse universiteiten komt echter ook de negatieve kant van de vanzelfsprekendheid van soft power naar voren. William Deresiewicz, een voormalig professor aan Yale, zag bij zijn studenten – die tot de besten van het land behoren – een verontrustende trend. Ze worstelden met kritisch en creatief denken en misten doelgerichtheid. In zijn boek, Excellent Sheep (2014), stelt Deresiewicz dat elite-universiteiten juist conformisten voortbrengen die een gebrek aan richting hebben. Deresiewicz beweert dat de verschuiving van de focus van geesteswetenschappen naar de meer ‘praktische’ vakken waar veel geld mee kan worden verdiend – zoals economie – het vermogen van studenten om zelfstandig te denken heeft aangetast. Het gebrek aan zelfstandig denken en het ontbreken van zelfreflectie zijn inmiddels diep geworteld in de Amerikaanse cultuur en het technocratische bestuur.
En dat heeft maatschappelijke gevolgen. Een nieuwe peiling van de Amerikaanse denktank Blueprint laat zien dat jonge kiezers politici in overgrote meerderheid wantrouwen, en geloven dat het land in verval is.
De hoofdonderzoeker van Blueprint, Evan Roth Smith, merkte de opvallende negativiteit op onder jonge kiezers, die een “stervend rijk zien, dat wordt geleid door slechte mensen”. Smith benadrukte het belang van het erkennen van de wijdverspreide ontevredenheid, vooral over de economie en de inflatie. Hij adviseerde dat politieke leiders sterk moeten communiceren over hun erkenning van deze problemen en hun inspanningen om ze aan te pakken, in plaats van een al te optimistische kijk op de toestand van het land te presenteren. Het vermogen van het maatschappelijk middenveld om vraagtekens te zetten bij het regeringsbeleid in zowel de VS als het Westen is echter volledig weggevallen. Journalisten en academici zijn bang om hun baan te verliezen. De enige journalisten en academici die promotie krijgen, zijn degenen die hetzelfde incompetente beleid promoten. De VS en het Westen leiden aan culturele inertie.
Ook de beide harde pijlers van de macht zijn sleets geworden. Dat is op dagelijkse basis terug te zien in het nieuws. De rol van de dollar – de basis van de harde Amerikaanse economische en geopolitieke macht – staat in toenemende mate onder druk. Binnenlandse politieke spanningen in de VS zorgen voor internationaal wantrouwen. Politieke instabiliteit, sociale spanningen en disfunctioneel leiderschap vormen geen goed fundament voor de waarde van een valuta. Bovendien heeft de VS de begrotingsdiscipline overboord gegooid en groeit de staatsschuld sneller dan de economie. Ook heeft de Amerikaanse regering in alle ‘wijsheid’ de neutraliteit van de dollar opgeheven. Het vertrouwen in de Amerikaanse monetaire en financiële macht brokkelt af. Steeds meer landen keren zich dan ook af van de dollar en zetten in op aankoop of repatriëring van goud. Zo werd bekend dat India afgelopen mei 100 ton goud heeft teruggehaald naar het eigen grondgebied, om de eigen monetaire en economische soevereiniteit te waarborgen. De combinatie van grootschalige goudaankopen door centrale banken buiten de westerse invloedsfeer – voor het derde jaar op rij, een naoorlogs record – en de stijgende goudprijs dringt de rol van de Amerikaanse staatslening terug. De rol van de dollar is ook in de mondiale handel op de terugtocht, ten faveure van de Chinese yuan.
De harde militaire macht van de VS staat eveneens onder druk. In Oekraïne blijkt de NAVO onder leiding van de VS niet in staat om het Oekraïense leger van voldoende munitie en materiaal te voorzien, als gevolg van de nog maar beperkte industriële capaciteit in het Westen om de productie op te voeren. Hier bovenop komt het Amerikaanse onvermogen om schepen een veilige doorgangsroute door de Rode Zee te garanderen. In Afrika wijzen steeds meer landen het Amerikaanse leger de deur. Ook het openen van een tweede front tegen Rusland, door beïnvloeding van Georgië middels een ‘kleurenrevolutie’, is mislukt. Beide pijlers van Amerikaanse harde macht staan onder druk. En dat maakt de VS nerveus.
- Het artikel gaat hieronder verder -
De Gift Card is een leuke manier om Gezond Verstand een kwartaal of een jaar lang cadeau doen. De Gift Card is digitaal verkrijgbaar én als pasje met daarop een unieke code + een feestelijke cadeau-enveloppe.
Abonnees krijgen 15% korting!
Gezond Verstand 6x cadeau doen
Op papier én digitaal
Normaal €24,- voor abonnees €20,-
Gezond Verstand 24x cadeau doen
Op papier én digitaal
Normaal €80,- voor abonnees €70,-
De VS reageert als een olifant in een porseleinkast en versnelt zo ook internationaal het eroderen van de culturele soft power. De met veel bombarie uitgevente idee dat er sinds de Tweede Wereldoorlog, en met name na de val van de Sovjet-Unie in 1991, sprake is van een ‘rules based order’ onder (militair) gezag van de VS, geschraagd door internationale instituties als het IMF, de Wereldbank en internationale (handels)verdragen, is ontmaskerd. De VS lapt regels in het algemeen steeds opzichtiger aan z’n laars. Met name het in de wind slaan van het Internationaal Recht en het naar eigen goeddunken veranderen van de geopolitieke spelregels legt de hypocrisie van de Amerikaanse rules based order bloot. De Amerikaanse geopolitieke alleingang wordt in het Westen steeds vaker openlijk beaamd en bovendien als positief bezien. Zo stond onlangs in de Financial Times dat het breken van de eigen rules based order juist goed is. De publicatie adviseert de VS om zichzelf niet meer te positioneren als verdediger van een ‘op regels gebaseerde orde’, maar dat ze juist ‘de vrije wereld’ zouden moeten verdedigen. Het erkent dat de zogenaamde rules based order een construct was dat louter de VS heeft gediend en waarvan de regels werden verzonnen bij gelegenheid en in het nadeel van de opponent. Dat nu de hypocrisie van deze ordening niet alleen wordt erkend, maar zelfs het afbreken ervan wordt uitgelegd als positief, is ronduit verbijsterend. Het is ook gevaarlijk, want het suggereert dat de VS een grote mate van vrijheid heeft om in de geopolitieke ordening in te grijpen zonder enige verantwoordingsplicht. De VS gedraagt zich als een gewond dier dat op onverwachte wijze nog gevaarlijk terug zou kunnen slaan. De rest van de wereld keert zich dan ook versneld af van de VS en het Westen.
De drie pijlers van de Amerikaanse macht eroderen gezamenlijk, een proces dat wordt versneld door eigen toedoen. Zelfvernietiging van de morele status van de VS in de wereld, vernietiging van de neutrale status van de dollar, vernietiging van de onaantastbare status van het leger. Het verval versnelt, omdat het centrum is verzwakt, terwijl het dit door gebrek aan zelfreflectie niet door heeft. Het Westen heeft afscheid genomen van pragmatisme en is bevangen geraakt door een ideologie die het verval versnelt. Het maakt opzichtige beleidsfouten en verkeerde inschattingen vanuit een desastreuze combinatie van gebrek aan kwaliteit en arrogantie. De Britse historicus Arnold Toynbee concludeerde na zijn studie van de opkomst en ondergang van twaalf beschavingen dat een ondergang altijd tot stand komt op basis van interne verzwakking en niet door externe omstandigheden, zoals een aanval door een sterkere opponent. En dit is precies wat zich momenteel voor onze ogen afspeelt.
– einde artikel –
Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand
Volg ons op social media
Kijk en beluister Gezond Verstand via