Jeroen van den Berg
De vredesdeal, tot stand gekomen via een intens diplomatiek traject waarin ook Egypte, Qatar en Turkije bemiddelend optraden, lijkt op het eerste gezicht een stap richting de-escalatie, maar onder de oppervlakte borrelen grote spanningen. Zowel in Israël als in Gaza bestaat er een diep wantrouwen over de uitvoering en de werkelijke bedoelingen van de betrokken partijen, en achter de humanitaire retoriek gaan economische en politieke belangen schuil die deze overeenkomst zowel kunnen maken als breken. Het akkoord dat nu op tafel ligt bevat een reeks bepalingen die in fases worden uitgevoerd. Op 13 oktober jl. zijn de laatste twintig overgebleven levende Israëlische gijzelaars, die in Gaza werden vastgehouden, vrijgelaten en teruggebracht naar Israël. In ruil daarvoor heeft Israël ongeveer 2.000 Palestijnse gevangenen vrijgelaten. Israël beloofde zijn troepen gedeeltelijk terug te trekken uit dichtbevolkte gebieden in het noorden van Gaza, terwijl humanitaire konvooien eindelijk toegang zouden krijgen tot delen van de regio die maandenlang hermetisch waren afgesloten.
Trump, die de deal nadrukkelijk naar zich toetrok, presenteert dit akkoord – op zijn bekende bombastische manier – als bewijs van zijn ongeëvenaarde vermogen om “vrede te brengen waar anderen hebben gefaald”. Zijn entourage spreekt over het vredesplan dat niet alleen de demilitarisering van Gaza moet inluiden, maar ook de contouren schetst van een nieuw bestuur in de enclave, zonder Hamas, maar met internationale betrokkenheid. Dat laatste is een bron van grote controverse. Critici waarschuwen dat een dergelijke bestuursvorm feitelijk neerkomt op een herkolonisatie van Gaza, een bestuurlijke overname onder westerse en Arabische auspiciën die de Palestijnse zelfbeschikking verder uitholt. Het beeld van Tony Blair als ‘vredesgezant’ wekt herinneringen aan eerdere mislukkingen, waarin buitenlandse diplomaten onder het mom van herstel de facto de touwtjes in handen namen.
De Israëlische wapenindustrie speelt in dit alles een opvallende bijrol. Terwijl het staakt-het-vuren officieel wordt gepresenteerd als een humanitaire stap, beschouwen wapenfabrikanten het als een commerciële adempauze. Door de hevige gevechten en de internationale verontwaardiging over burgerdoden daalden de exportcijfers van Israëlische defensiebedrijven flink, vooral richting Europa. Verschillende rapporten, waaronder een recente analyse van het nieuwsplatform The Cradle, wijzen erop dat de sector hoopt via het wapenstilstandsakkoord het vertrouwen van buitenlandse klanten terug te winnen. Europese landen, die onder publieke druk wapenleveranties hadden opgeschort, zouden zich nu kunnen beroepen op de ‘nieuwe stabiliteit’ om de handel te hervatten.
Tegelijkertijd blijven berichten binnenkomen die aangeven dat de situatie ter plaatse nog allerminst vreedzaam is. Palestijnse bronnen, ondersteund door beelden op sociale media, beschuldigden Israëlische troepen ervan na de aankondiging van de wapenstilstand nog steeds huizen, voedselopslagplaatsen en zelfs een afvalwaterzuiveringsinstallatie in brand te hebben gestoken. Of deze incidenten op bevel gebeurden of uit individuele wraakacties voortkwamen, blijft onduidelijk, maar ze ondermijnen het vertrouwen in Israëls bereidheid om zich aan de deal te houden. Binnen de Palestijnse gemeenschap heerst eveneens verdeeldheid. Hamas heeft formeel ingestemd met het akkoord, maar ziet het als een tijdelijke wapenstilstand, niet als een stap naar demilitarisering. Veel Palestijnen vrezen dat de internationale bemoeienis uiteindelijk zal leiden tot een marionettenbestuur dat weinig meer is dan een administratief verlengstuk van buitenlandse belangen. De bevolking, uitgeput en getraumatiseerd, verlangt vooral naar rust en wederopbouw, maar beseft dat die wederopbouw mogelijk gepaard zal gaan met nieuwe vormen van controle. In Europa is de reactie ambivalent. Leiders van Frankrijk en Duitsland hebben de vrijlating van gijzelaars toegejuicht en hun steun uitgesproken voor de wapenstilstand, maar binnen hun eigen regeringen woedt een discussie over de vraag of de hernieuwde samenwerking met Israël ethisch te verantwoorden is zolang het land geen onafhankelijk onderzoek naar oorlogsmisdaden toestaat.
Op geopolitiek niveau vormt de vredesdeal een test voor de machtsverhoudingen in het Midden-Oosten. Als de wapenstilstand standhoudt, kan dat de deur openen naar bredere regionale akkoorden, mogelijk zelfs naar een hernieuwde dialoog tussen Israël en Arabische staten die eerder de banden hadden verbroken. Maar als het akkoord instort, dreigt een nog diepere vertrouwensbreuk. De regio heeft in dat geval niet alleen te maken met een heropleving van geweld, maar ook met het verlies van geloofwaardigheid van internationale bemiddeling. In Israël zelf blijft het politieke risico groot. Netanyahu balanceert op het slappe koord tussen zijn rechts-nationalistische achterban, die elke concessie ziet als capitulatie, en de internationale druk die op economische en diplomatieke repercussies kan uitlopen ingeval Israël de deal ondermijnt. Het ziet ernaar uit dat Netanyahu herinnerd zal worden als de architect van zijn eigen ondergang en de vernietiging van zijn land.
Dat geldt ook voor de blijvende wens van deze Israëlische premier om alsnog een nieuwe aanval op Iran te bewerkstelligen, waarvoor hij de hulp van president Trump nodig heeft. Hij hoopt nog altijd een regime-change in Teheran te bewerkstelligen. De meest recente ontwikkelingen doen vermoeden dat Trump een tactiek van tijdrekken volgt. Hij kan opnieuw overgaan tot een schijnaanval, zoals bij zijn theaterstuk van juni, dat Iran geen noemenswaardige schade opleverde. Met behulp van de meest geavanceerde Russische en Chinese raketten die al zijn geleverd kan Iran Israël tot een woestenij reduceren.
De aanpak van Robert Kennedy en president Trump van de farmaceuten
De recente koerswijziging in het krachtenveld tussen de Amerikaanse regering en de farmaceutische industrie concentreert zich op de controversiële ‘Pfizer-deal’, een overeenkomst waarin Pfizer instemt om medicijnen in het zogenoemde Medicaid-programma te verkopen tegen ‘meest begunstigde natie’(MBN)-prijzen, oftewel tegen tarieven die gelijk zijn aan de laagste prijzen die vergelijkbare landen betalen. Pfizer krijgt voor drie jaar vrijstelling van geplande tarieven op farmaceutische importen, en committeert zich aan investeringen in binnenlandse productie. Deze deal is in lijn met Trumps strategie om farmaceutische bedrijven te dwingen hun prijzen te verlagen via sancties en regelgevende middelen. De ‘meest begunstigde natie’-prijzen zijn bedoeld om te verhinderen dat de VS meer betaalt dan zijn welvarende tegenhangers. Een ander onderdeel van het plan is het creëren van een directe verkooproute van geneesmiddelen aan consumenten, via een nieuw platform met de naam TrumpRx. Hier kunnen consumenten (zonder verzekeraar) geselecteerde geneesmiddelen kopen tegen sterk gereduceerde prijzen. Tegelijkertijd is er een hervorming van de regelgeving rond reclames voor geneesmiddelen. Bedrijven moeten voortaan vollediger zijn in het vermelden van bijwerkingen in advertenties.
Trumps tactiek is tweeledig. Enerzijds biedt hij bedrijven als Pfizer privileges, namelijk belastingvoordelen, versoepelde regelgeving en vrijstellingen van importtarieven, anderzijds stelt hij harde voorwaarden, zoals transparantie in prijsstelling en samenwerking wat betreft nationale productie. Door Pfizer dichter bij de regering te brengen, streeft hij naar wat in Amerika ‘corporate containment’ wordt genoemd. Dit is een strategie om in meerdere fasen steeds meer controle te verkrijgen over bedrijven als Pfizer. Dat past binnen Trumps bredere patroon van onderhandelen met grote spelers, van techbedrijven tot olieconcerns. Het is belangrijk om te beseffen dat de invloed van Big Pharma op het Amerikaanse Congres via de lobbykanalen gigantisch groot is. Het is vergelijkbaar met de greep van de Israël-lobby. Trump heeft daardoor niet de macht om dergelijke private reuzen te vernietigen, maar wel om ze te temmen, door ze afhankelijk te maken van overheidsbeleid en publieke perceptie.
De overeenkomst tussen Trump en Pfizer heeft tot hevige verdeeldheid geleid binnen de MAGA-beweging en in de alternatieve media. Waar Trump het akkoord presenteert als een patriottische overwinning op Big Pharma, zien velen in zijn achterban het juist als verraad aan zijn vroegere anti-establishment-retoriek. De scepsis richt zich vooral op Pfizer, het symbool van de door hen gewantrouwde farmaceutische elite die tijdens de pandemie ongekende macht vergaarde. Een extra dimensie is dat Robert Kennedy – jarenlang een uitgesproken criticus van mRNA-technologie en farmaceutische belangen – zich nu achter de Pfizer-deal lijkt te scharen. Een saillant detail: tijdens de gezamenlijke persconferentie vertelde Kennedy dat Trump hem tot diep in de nacht bleef bellen over de Pfizer-deal. Dit zegt veel, het betekent dat Kennedy’s mening erg belangrijk is voor Trump en dat Kennedy invloed heeft gehad op het eindresultaat. Gezond Verstand heeft uitgebreid verslag gedaan van alle veelbelovende zaken die Kennedy heeft opgestart om de macht en invloed van de farma-giganten in te perken. De Pfizer-deal kan daarin een strategische schaakzet zijn, die alleen op het eerste gezicht onlogisch lijkt.
– einde artikel –
Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand
Volg ons op social media
Kijk en beluister Gezond Verstand via