Bert Egberts
De schouwarts is meestal de behandelend arts, dus de huisarts/specialist in het ziekenhuis of hun waarnemer. Wanneer er sprake is van een natuurlijke dood, dan moet de schouwarts een verklaring van overlijden afgeven (A-formulier) met een doodsoorzaak-verklaring (B-formulier). Daarna kunnen de nabestaanden de begrafenis of crematie gaan regelen.
Wanneer de huisarts of specialist een niet-natuurlijke dood vermoedt of constateert òf als er sprake is van de dood van een minderjarige, dan dient de gemeentelijk lijkschouwer (forensisch arts) ingeschakeld te worden, die zo nodig contact opneemt met de officier van justitie.
Het probleem is dat een arts niet altijd met 100% zekerheid het onderscheid kan maken tussen een natuurlijke en een niet-natuurlijke dood. Moord, een ongeval, zelfdoding en euthanasie zijn duidelijke voorbeelden van een niet-natuurlijke dood, maar moeilijker kan het worden bij een vergiftiging, val, verdrinking, verstikking of een dodelijke bijwerking van een overdosis drugs of medicijnen.
Tijdens de opleiding tot arts wordt er geen enkele aandacht besteed aan het vaststellen van de doodsoorzaak en het invullen van het B-formulier. Dit formulier steekt complex in elkaar en dat heeft te maken met het feit dat het CBS bij het opstellen van de doodsoorzaak-verklaring de internationale WHO-richtlijnen volgt (International code for diseases and causes of death).
Ter verduidelijking enkele voorbeelden. Veel ouderen die door een ongeval opgenomen worden in het ziekenhuis en bedlegerig zijn, kunnen daardoor een longontsteking ontwikkelen, waaraan ze vaak overlijden. De ene arts vindt dat het ongeval de doodsoorzaak is, de andere de longontsteking. Een vrouw met longkanker krijgt plotseling een enorme longbloeding en overlijdt. De doodsoorzaak kan longkanker of longbloeding zijn. Een 55-jarige man krijgt plotseling heftige pijn in de bovenbuik en overlijdt een kwartier later. De doodsoorzaak kan een probleem in de bovenbuik zijn, maar een hartinfarct moet ook overwogen worden.
De schouwarts-bias
Er is sprake van een bias wanneer externe factoren een negatieve invloed hebben op de uitkomsten van een onderzoek of een meting. Met de schouwarts-bias wordt bedoeld het beoordelen van een overlijden vanuit een vooringenomenheid, die de laatste drie jaar een grote rol is gaan spelen ten opzichte van de effectiviteit en veiligheid van de Covid-19-prikken. Hierdoor wordt het beschermende effect van de injecties bij de overleden gevaccineerde overgewaardeerd, en wordt bij de overleden ongevaccineerde vaker de diagnose Covid-19 toegewezen op basis van het onjuist interpreteren van een positieve PCR-test. Het betreft dus een fenomeen dat speelt wanneer de huisarts of medisch specialist de rol van schouwarts op zich neemt, hetgeen niet opgemerkt wordt in de epidemiologische analyses, die door deze vooringenomenheid in kracht inboeten.
Een nadere uitleg hiervan volgt aan de hand van twee casussen. Een huisarts heeft dienst op de huisartsenpost en moet een visite rijden naar een verzorgingshuis, omdat er twee mensen zijn overleden.
Patiënt 1, 78 jaar, is gestorven door een pneumonie (longontsteking) en heeft geen Covid-19-prikken gehad. In de veronderstelling dat ‘niet-gevaccineerden’ een grotere kans hebben op een pneumonie wanneer zij een vermeende Covid-infectie krijgen, vult de huisarts pneumonie in en als onderliggende doodsoorzaak Covid-19.
Patiënte 2, 73 jaar, was bekend met hartfalen en sedert een week met een pneumonie. Ze is nu overleden. Zij heeft vijf Covid-19-prikken gehad, de laatste een week geleden. De verpleging merkte op dat ze al weken achteruitging, maar de laatste week ineens sneller. Via medische tijdschriften en nascholing weet deze huisarts dat er volgens onderzoek aannemelijk is gemaakt dat de ‘mRNA-vaccinatie’ veilig en effectief is. Omdat deze patiënte ‘gevaccineerd’ is, sluit hij uit dat zij is overleden aan Covid-19. Als directe doodsoorzaak vult hij pneumonie in en als onderliggende doodsoorzaak hartfalen. Dat de injectie een dodelijke bijwerking kan hebben komt gewoon niet bij hem op. Deze beoordeling lijdt dus onder een vooringenomenheid, namelijk: ‘vaccins zijn veilig en effectief’.
Onmisbare obductie
Een schouwarts voert een uitwendige lijkschouwing uit, maar hiermee kan geen 100% zekere doodsoorzaak worden vastgesteld. Ook al ligt de doodsoorzaak nog zo voor de hand, bijvoorbeeld kanker, hartinfarct of een hersenaandoening, dan hoeft de desbetreffende persoon er niet aan overleden te zijn. Voor een betrouwbare medische statistiek is een objectieve doodsoorzaak noodzakelijk, die alleen te verkrijgen is door middel van een obductie (sectie, autopsie). Door het geringe aantal obducties in Nederland worden aan het CBS voornamelijk subjectieve doodsoorzaken opgegeven en tevens worden veel gevallen van moord en doodslag niet opgemerkt.
Uit een Amerikaans-Canadese studie van 325 obducties bij geïnjecteerde personen bleek dat 73,9% van de sterfgevallen direct of indirect te wijten was aan de Covid-19-prik. Bij al deze overleden personen was zonder obductie de injectieschade niet boven water gekomen. Daaruit moet de conclusie worden getrokken dat in bestaande statistieken de aangeleverde doodsoorzaken-data misleidende resultaten opleveren.
Relevanter is het om het totale aantal sterfgevallen te vergelijken van niet-geprikte en geprikte mensen. Een Italiaans team van objectieve onderzoekers heeft bij de inwoners van de Italiaanse stad Pescara (320.000 inwoners) aangetoond dat de totale sterfte (door welke oorzaak dan ook) onder de groep die geprikt was tegen Covid-19, sterk is gestegen vergeleken met de niet-geprikte groep. Bij degenen die minstens één prik Covid-19-mRNA hadden gekregen, waren in totaal 2,4 keer zoveel sterfgevallen in vergelijking met de niet-geprikte groep.
Doodsoorzaak ‘vaccinatieschade’ bestaat niet bij het CBS
Het is niet zeker of bovengenoemde patiënt 1 is overleden aan Covid-19, omdat dit aan de buitenkant van het lichaam niet te zien is. Wat wel zeker is, is dat deze patiënt, volgens de richtlijnen van de WHO, geregistreerd zal worden als ‘overleden aan Covid-19’. Eveneens is niet met zekerheid te zeggen dat patiënte 2 overleden is aan een pneumonie. Wel zeker is dat zij niet geregistreerd zal worden als overleden aan ‘vaccinatieschade’. Trouwens, de doodsoorzaak ‘vaccinatieschade’ bestaat niet bij het CBS.
Op deze manier wordt het Lareb (meld- en kenniscentrum voor bijwerkingen van geneesmiddelen, vaccins en gezondheidsproducten) bevestigd in zijn mening over het ‘vaccin’ en voldoet het aan de opdracht die het zichzelf oplegde, namelijk “onrust over de veiligheid van het vaccin wegnemen bij het grote publiek”. Dit wordt vervolgens vertaald naar de bijsluiter, die onder de verantwoordelijkheid valt van het CBG (College ter Beoordeling van Geneesmiddelen). Met deze kennis gewapend gaat de schouwarts dus op pad.
De schouwarts in Nederland is de belangrijkste leverancier van data met betrekking tot doodsoorzaken aan het CBS. Als deze arts ervan overtuigd is dat ‘vaccins veilig en effectief zijn’, zullen zijn gegevens op het B-formulier een afspiegeling zijn van zijn vooringenomenheid met als resultaat dat de statistiek laat zien dat vaccins veilig en effectief zijn. Tevens is het van belang te weten dat het CBS voor zijn statistieken de instructies volgt van de WHO. Dit betekent dat de doodsoorzaak ‘Covid-19’ altijd voorrang heeft, ook als er medisch gezien sprake is van een meer correcte doodsoorzaak. Voorbeeld: Iemand is door een auto-ongeval om het leven gekomen, en de schouwarts laat een PCR-test doen, die positief uitvalt. Dan zal de doodsoorzaak Covid-19 ingevuld worden in plaats van auto-ongeval.
Er is sprake van een vicieuze cirkel, want de gegevens van het Lareb en het CBS zijn de informatiebronnen voor veel schouwartsen, die dezelfde foute informatie gebruiken bij het invullen van het B-formulier. Het geheel heeft ertoe geleid dat in de statistieken het verschil in uitkomsten tussen de groepen geïnjecteerden en niet-geïnjecteerden op een oneigenlijke manier is vergroot. Daarnaast wordt de onveiligheid van de prik gewoonweg ontkend: overlijden aan een ‘vaccin’ wordt niet in de statistieken teruggevonden.
Door het aanleveren van subjectieve doodsoorzaken is er een medische dwaling van misdadige betekenis ontstaan.
– einde artikel –
Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand
Volg ons op social media
Kijk en beluister Gezond Verstand via