Scroll Top

De onmogelijkheid van de energietransitie

126 De onmogelijkheid van de energietransitie
De onmogelijkheid van de energietransitie

Albert van de Ven

Het klimaat- en energietransitie-verhaal was niet het belangrijkste onderwerp bij de toneelstukken die de lijsttrekkers voor het argeloze in politiek geïnteresseerde publiek opvoerden tijdens de campagnes voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober. Maar uit de verkiezingsuitslag kan worden opgemaakt dat de nieuw te vormen coalitie volop zal doorgaan met de ‘klimaatdoelen’ die de voorgaande kabinetten zich hebben gesteld. Trouwe lezers van dit blad weten inmiddels, door de vele artikelen die wij over dit onderwerp hebben gepubliceerd, dat het officiële verhaal over een door mensen veroorzaakt probleem met het klimaat van de aarde niet berust op feiten die door middel van onafhankelijke wetenschap zijn onderzocht. Het berust op opzettelijke angstaanjagerij met als politiek doel: maatschappelijke controle.
Dit artikel is alleen voor abonnees
Word nu abonnee van Gezond Verstand Magazine

Kies uit een jaar– of kwartaalabonnement en ontvang de meest kritische en onafhankelijke kijk op actuele onderwerpen.
Wil je liever digitaal lezen? Voor slechts €60 per jaar heb je al een digitaal abonnement.
Je krijgt na je bestelling direct toegang tot alle uitgaven op de website.

Het officiële klimaatverhaal berust op twee belangrijke misvattingen. De eerste is dat de CO₂ die bij het verbranden van koolwaterstoffen ontstaat, schadelijk zou zijn voor klimaat en milieu. Dit is in veel artikelen op deze pagina’s al uitvoerig weerlegd. De tweede misvatting is dat de voorraad aardolie en aardgas eindig is; het raakt op een gegeven moment op. Ook dat blijkt niet te kloppen. Anders dan kolen, die een fossiele oorsprong hebben, is de fossiele herkomst van aardolie en aardgas een wijdverspreide misvatting. Beide delfstoffen hebben geen fossiele herkomst en worden nog altijd diep in de aardkorst aangemaakt.

Het geloof in beide onwaarheden heeft in recente jaren sektarische trekjes gekregen, waarin vooral het CO₂-verhaal tot een onweerlegbaar dogma is verheven. Bij de minste twijfel volgt excommunicatie uit de geloofsgemeenschap. De schade die deze pseudoreligie veroorzaakte en nog zal gaan veroorzaken, krijgt binnen deze geloofsgemeenschap geen enkele aandacht. De kern van het geloof is dat de CO₂ die door menselijke activiteiten aan de atmosfeer wordt toegevoegd, onze beschaving naar een apocalyptisch einde zal leiden en dat om die reden de CO₂-uitstoot naar een niveau van praktisch nul moet. Dit gaat dan over de wijze waarop elektriciteit wordt opgewekt, over de energie die nodig is voor transport, over verwarming van gebouwen en over de energie benodigd voor een veelheid aan fabricageprocessen. Het CO₂-vrij maken van deze processen maakt, volgens de gelovigen, een energietransitie noodzakelijk.

Kort gezegd komt deze energietransitie neer op een vrijwel totale elektrificatie van onze energiebehoefte, waarbij die elektriciteit ‘duurzaam en milieuvriendelijk’ moet worden opgewekt. Een zeer betrouwbare vorm van energieopwekking, gestuurd door de vraag ernaar en weinig ruimte opeisend, wordt dan vervangen door een productiewijze uit wind en zon, die grillig en uiterst inefficiënt is en daarnaast ook nog eens enorm veel ruimte vraagt. Die onbetrouwbaarheid van energieopwekking uit wind en zon moet worden gecompenseerd door een snel inzetbaar backup-systeem om stroomuitval te voorkomen, iets waar op dit moment de conventionele elektriciteitscentrales, voornamelijk draaiend op aardgas, kolen, uranium en biomassa, nog voor zorgdragen.

Het volledig uitfaseren van energie uit kolen, aardolie en aardgas voor het opwekken van elektriciteit is een zeer omvangrijke operatie en het CO₂-vrij maken van transport en fabricageprocessen middels elektrificatie vergroot dit probleem tot ongekende proporties. Er bestaan voor elektriciteitsopwekking, transport en fabricageprocessen momenteel geen betrouwbaarder en gemakkelijker te verkrijgen energiebronnen dan kolen, olie en gas.

De vraag wat zij in de toekomst als belangrijkste energiebron zien ter vervanging van de nu nog op grote schaal gebruikte CO₂-producerende brandstoffen, voorgelegd aan enkele politieke partijen en organisaties die de energietransitie voorstaan, leverde niet veel op. De enige respondenten waren de politieke partij PvdA/GroenLinks en de milieuorganisatie Greenpeace. De laatstgenoemde reageerde met de opmerking dat zij momenteel niemand beschikbaar hebben om deze vraag te beantwoorden, wat doet vermoeden dat dit probleem binnen deze organisatie niet al te serieus wordt genomen. PvdA/GroenLinks noemde zon en wind het motorblok van ons toekomstige energiesysteem, met daarnaast het gebruik van batterijen en ‘groene’ (CO₂-vrij geproduceerde) waterstof als backup, voor wanneer zon en/of wind het voor enige tijd zouden laten afweten.

Het in 1974 opgerichte International Energy Agency (IEA) – waarvan iets meer dan dertig landen lid zijn – geeft een overzicht van de wereldwijde energieconsumptie, en prognoses voor wat nog mag worden verwacht. Volgens dit agentschap neemt de elektrische energiebehoefte vooral sterk toe vanwege het toenemende aantal datacenters, elektrische auto’s en een stijgend gebruik van airconditioners als gevolg van het veronderstelde opwarmende klimaat.

126 De onmogelijkheid van de energietransitie

Ook de toenemende welvaart van landen die nu nog een achterstand hebben, zal de energievraag opdrijven. In 2024 was de totale wereldwijde energieconsumptie ruim 186.300 terawattuur, waarvan 142.400 terawattuur afkomstig van kolen, olie en gas en 11.200 terawattuur uit wind en zon. (De rest was afkomstig van nucleaire energie, waterkracht, biobrandstoffen en andere hernieuwbare bronnen.) Jaarlijks neemt de vraag naar energie meer en meer toe. In het voorbije decennium schommelde de toename van het energiegebruik rond de 1,3%, maar in 2024 was dat 2,2% en het IEA verwacht dat dit percentage nog gaat oplopen. Aan een belangrijk deel van de toenemende vraag wordt volgens het IEA voldaan door de uitbreiding van de hoeveelheid windturbineparken en de plaatsing van zonnepanelen, maar ook het verbruik van kolen, olie en gas blijft toenemen.

Een grote uitdaging is het CO₂-neutraal maken van de transportsector, over land, over water en door de lucht. Elektrificatie is beperkt haalbaar vanwege de enorme hoeveelheid benodigde grondstoffen – waarvan sommige kostbaar en zeldzaam – die voor de batterijen nodig zijn. Waterstof verkregen uit elektrolyse vraagt veel elektrische energie bij het produceren ervan en gas heeft een aantal vervelende eigenschappen, zoals geringe energiedichtheid (wat opslag onder zeer hoge druk vereist) en de neiging om door de materialen waarin het is opgeslagen heen te dringen.

Grootschalig elektrisch vliegen is met de huidige beschikbare technieken nog onmogelijk. De energiedichtheid van de in de luchtvaart gebruikte kerosine is ongeveer honderd maal zo groot als die van de gangbare batterij zoals die in een auto wordt gebruikt, zodat voor elke kg brandstof honderd kg aan batterijgewicht nodig is. Ook de optionele vervanging van kerosine door biobrandstof blijkt onhaalbaar. De luchtvaart verbruikt wereldwijd zo’n 860 miljoen liter kerosine per dag. Om dat met biobrandstof te kunnen doen is meer akkerland nodig voor het verbouwen van gewassen waaruit deze brandstof gemaakt kan worden dan de wereld beschikbaar heeft.

Kritische en onafhankelijke deskundigen en wetenschappers op het gebied van energie zijn er dan ook van overtuigd dat de voorgenomen energietransitie onmogelijk is en dat elke stap die in die richting gezet wordt, schade veroorzaakt aan welvaart en welzijn. Het is niets meer of minder dan een rampzalige poging tot het oplossen van een niet-bestaand probleem.

Het enige dat als een voordeel gezien kan worden van deze transitie naar energie uit zon en wind, is dat het – naast een zeer lucratief verdienmodel voor ondernemingen in deze sector – voor een enorme toename aan werkgelegenheid zal gaan zorgen. Vooral de omzetting van wind naar elektriciteit via honderdduizenden windturbines op land en in zee levert een waanzinnige hoeveelheid werk op, werk dat toch voornamelijk door echte mensen gedaan zal moeten worden. Al deze windturbines hebben namelijk regelmatig onderhoud nodig en hebben daarnaast een beperkte levensduur – op land tussen 15 en 20 jaar en op zee 10 tot 15 jaar – waardoor dit een continue fabricage van nieuwe en verwerking van afgeschreven turbines noodzakelijk maakt. Het vervangen van de windturbines vereist naast mankracht ook nog eens flink wat energie voor de machines en gereedschappen die bij dit werk benodigd zijn, wat dan weer bijdraagt aan de toch al toenemende vraag naar energie.

Het voorgaande geldt in mindere mate voor de talloze, soms eindeloos uitgestrekte ‘zonnepaneelweides’, omdat die weinig onderhoud behoeven, maar ook deze zullen na zo’n 30 jaar aan vervanging toe zijn, wegens te groot verlies aan rendement.

De energietransitie compenseert hiermee dus het te verwachten banenverlies als gevolg van de razendsnelle ontwikkeling van het industriële gebruik van AI.

– einde artikel –

Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand

Volg ons op social media

Kijk en beluister Gezond Verstand via

X


Dit artikel is alleen voor abonnees
Login als abonnee of abonneer je om onbeperkt alle artikelen te lezen.
Word nu abonnee van Gezond Verstand Magazine

Kies uit een jaar– of kwartaalabonnement en ontvang de meest kritische en onafhankelijke kijk op actuele onderwerpen.
Wil je liever digitaal lezen? Voor slechts €60 per jaar heb je al een digitaal abonnement.
Je krijgt na je bestelling direct toegang tot alle uitgaven op de website.

Gerelateerde berichten

Privacybeleid
Wanneer u onze website bezoekt, dan kan deze informatie via je browser opslaan voor specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hieronder kunt je je privacyvoorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van cookies van invloed kan zijn op je ervaring op onze website en de diensten die we aanbieden.