Onafhankelijke studie toont dat vaccinatie gezondheid schaadt

Zoals ook bij het Nederlandse Rijksvaccinatieprogramma, dat in 1957 van start ging. Onze gezondheidsautoriteiten beweren dat het bescherming biedt tegen dertien verschillende infectieziekten en dat vaccinaties de gezondheid van kinderen waarborgen. Voorwaarde is wel om het vaccinatieschema te volgen en de aanbevolen vaccinaties op de juiste leeftijd te nemen.

Het vaccinatieschema begint in de eerste weken van het leven en loopt door tot de tienerjaren. Het gaat in totaal om ongeveer 10-12 prikken. Sommige vaccinaties worden op hetzelfde moment gegeven met maximaal twee prikken tegelijk.

De gang naar het consultatiebureau en de injectienaald in het lichaam van baby’s, kleuters en jonge teenagers is na zovele decennia Rijksvaccinatieprogramma bijna meer dan een gewoonte geworden. Het hoort er immers ‘gewoon’ bij, want burgers vertrouwen erop dat wat de autoriteiten zeggen, de waarheid is en dat de overheid ‘het beste met ons allemaal voor heeft’. Daarom werd er zonder meer op vertrouwd dat de prikjes effectief en veilig zijn. Dat gevoel werd versterkt door de geruststelling dat de vaccinaties grondig werden onderzocht. De gezondheidsautoriteiten beschikten, naar eigen zeggen, over voldoende bewijzen voor de effectiviteit en veiligheid. Dus je doet je kinderen welhaast ernstig tekort door ze niet geregeld te laten vaccineren.

Of dit klopt is nu ter discussie komen te staan. De houding ten aanzien van vaccineren is aan het verschuiven, de vraag naar nut en noodzaak alsmede veiligheid wordt steeds vaker gesteld. Het aantal mensen dat twijfelt, groeit en de vaccinatiegraad daalt. Er is een dalende trend zichtbaar sinds 2015-2016, waarbij de vaccinatiegraad voor veel vaccinaties steeds met een paar procentpunten terugloopt van boven de 95% naar rond de 90%.

Het boek Vaccin Vrij! dat de lezer voorziet van een gigantische hoeveelheid informatie uit verschillende bronnen, laat zien dat er voor twijfel goede gronden bestaan. De schrijfster, Door Frankema, kwam er via een WOO-verzoek achter dat er bij het RIVM “geen wetenschappelijk bewijs” aanwezig bleek te zijn voor de beweerde effectiviteit en veiligheid van het vaccinatieprogramma en dat dit bewijs vermoedelijk ook niet bestaat.

Over de vermeende invloed van vaccinaties op het voorkomen van infectieziekten bestaat wel de nodige informatie. Statistieken laten zien dat wereldwijd deze ziekten al voor rond 90% waren afgenomen voordat men met het prikken begon. De laatste 10% daalde in geringe mate (volgens N. Miller: Vaccine Safety Manual, M. Alderson: International Mortality Statistics). Dit gegeven rijdt de gezondheidsautoriteiten behoorlijk in de wielen. Daarom worden deze statistieken in leerboeken over vaccinaties doorgaans vanaf kort voor de introductie van vaccinaties afgebeeld, zodat het erop lijkt dat ze wel effectief zijn.

De prikjes zijn nauwelijks de oorzaak van de daling van infectieziekten. Die oorzaak is te vinden bij verbetering van hygiëne, voeding en welzijn.

Ook over de veiligheid van de injecties is het een en ander op te merken, zoals over de vele ingrediënten anders dan antigenen – levende, verzwakte of gedode micro-organismen – die zich in de injectievloeistoffen bevinden. Dat zijn zogenaamde adjuvantia (stoffen die worden ‘toegevoegd’) en chemische conserveermiddelen. Beweerd wordt dat de toevoegingen nodig zijn om de werkzaamheid te verhogen en te behouden. Maar met ingrediënten als alumiumfosfaat, squaleen, kwik, formaldehyde, phenol, antibiotica, vervuilingen van onbekende micro-organismen, RNA en DNA, kan men gerust spreken van een ‘gifspuit’.