Jeroen van den Berg en Cornelis de Deugd
Nepal is een klein, arm land met zo’n 30 miljoen inwoners, dat ingeklemd zit tussen India en China. Het land kent een rijke cultuur en eeuwenoude tradities, maar ook hardnekkige problemen. De economie stagneert, corruptie is wijdverspreid en vooral onder jongeren heerst werkeloosheid. Het gevolg is een groeiende kloof tussen de verschillende generaties en een diep gevoel van in de steek gelaten zijn door de politieke klasse. Dit verklaart waarom zoveel jongeren bereid waren de straat op te gaan.
Cruciaal is natuurlijk de geografische ligging van het land. Nepal bevindt zich letterlijk op een kruispunt waar de invloed van India en China samenkomen. Het bevindt zich niet alleen geografisch, maar ook cultureel, economisch en politiek gezien precies tussen India en China in. De beide grootmachten zijn al een tijdje bezig toenadering tot elkaar te zoeken – een historisch ongekende ontwikkeling – met name in het kader van BRICS. Juist op het moment dat Nepal een aanvraag indiende om tot BRICS toe te mogen treden, werd het land het toneel van massale onrust. De Britse boodschap is dat samenwerking met China, of aansluiting bij BRICS, een hoge prijs heeft en feitelijk als een ‘no-go’ beschouwd moet worden.
Kleurenrevoluties zijn historisch gezien een relatief nieuw verschijnsel. Het afzetten van Milošević in het Servië van 2000 wordt algemeen beschouwd als de eerste. De toevoeging ‘kleuren’ is bedoeld om het narratief – zeg maar de leugen – te verspreiden dat het gaat om een ‘spontane’ volksopstand tegen ‘onderdrukkers’. Feitelijk gaat het echter om regimechange-operaties, aangestuurd door westerse inlichtingendiensten en militaire macht, samen met ngo’s die zonder uitzondering door het Westen worden gefinancierd. Dit is een terugkerend patroon bij alle kleurenrevoluties, van Servië in 2000 en de Arabische Lente in 2011 tot Oekraïne in 2014 – om enkele belangrijke voorbeelden te noemen. Victoria Nuland, de architect van de Maidan-staatsgreep in Oekraïne, heeft eens verklaard dat de weg tot die staatsgreep mede werd geëffend met $ 10 miljard voor de ngo’s die hierbij een rol speelden. Een belangrijk hedendaags voorbeeld is Moldavië, waar met veel westers geld een illegaal regime in stand wordt gehouden. De huidige onlusten in Servië zijn eigenlijk ook niets anders dan een doorlopende poging tot een kleurenrevolutie volgens het bekende sjabloon. Georgië is een voorbeeld van een land waar westerse belangen (evenwel zonder succes) alles in het werk gesteld hebben om de verkiezing van de huidige president te verhinderen.
Ook in Nepal zijn gelijksoortige netwerken actief. Het Committee to Protect Journalists (CPJ) waarschuwde al maanden geleden voor de nieuwe socialemediawet die de regering wilde invoeren. Op het moment dat de invoering van die wet werd aangekondigd, barstte de protestgolf los. CPJ ontvangt financiering van grote Amerikaanse en Europese bedrijven, tech-giganten als Google en Meta, en stichtingen als de Open Society Foundations van Soros en de Ford Foundation. Ook andere organisaties doken op, zoals Accountability Lab, met wortels in Washington en gesteund door het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarnaast heeft het Freedom Forum, dat direct gelinkt is aan de Britse ambassade, veel invloed. Verder is er het ChildSafeNet dat partnerschappen onderhoudt met Europese fondsen. Deze ngo’s fungeerden allemaal als schakels tussen westerse geldstromen en lokale Nepalese jongerenbewegingen. Centraal stond Hami Nepal, een ogenschijnlijk spontaan ontstane jongerenorganisatie, die al heel snel de leiding kreeg over de protesten. Hun website toont de bekende symboliek van kleurenrevoluties: de opgestoken vuist, Engelstalige slogans en idealistische teksten.
Wat de ngo’s in Nepal bijzonder effectief maakt, is hun vermogen om maatschappelijke thema’s, zoals mensenrechten, gendergelijkheid en transparantie, te gebruiken als toegangspoort naar de publieke ruimte. Onder het mom van trainingen, workshops en journalistieke projecten, bouwden ze in stilte een parallelle infrastructuur op, die jongeren politiek vormde en ze digitale vaardigheden bijbracht. Toen de protesten losbarstten, bleken deze netwerken in staat om razendsnel slogans, filmbeelden en internationale berichtgeving te verspreiden. Daarmee fungeerden de ngo’s als katalysatoren die de lokale frustraties wisten te verbinden met mondiale politieke agenda’s.
De kleurenrevolutie in Nepal maakt dus deel uit van een groter geopolitiek spel. Allereerst is er de boodschap aan India en premier Modi. Door te laten zien dat regeringen in de regio in enkele dagen omvergeworpen kunnen worden door zogenaamd spontane jongerenprotesten, werd een duidelijk signaal afgegeven: als dit mogelijk is in Bangladesh en Nepal, waarom dan ook niet in India zelf? Westerse belangen, zoals vertegenwoordigd in de EU-Commissie en de Britse inlichtingendiensten, tonen dat zij over middelen beschikken om een land onder druk te zetten wanneer het zich te ver van hun wensen verwijdert. Daarnaast biedt Nepal de mogelijkheid om China langs hun gedeelde grens te destabiliseren. Via connecties met Tibetaanse separatistische bewegingen, waarvan sommige openlijk verbonden zijn aan westerse netwerken en ngo’s, kan Nepal dienen als uitvalsbasis voor nieuwe spanningen. Dit sluit naadloos aan bij de lange traditie van de CIA en Britse inlichtingendiensten om Tibet als breekijzer te gebruiken tegen Beijing. Uiteindelijk kan een instabiel Nepal fungeren als een wig tussen India en China. Terwijl deze beide grootmachten toenadering tot elkaar zoeken, onder meer via de SCO en BRICS, dreigt een crisis in Kathmandu hun belangen opnieuw tegenover elkaar te plaatsen. Nepals instabiliteit kan aldus de multipolaire samenwerking in Azië saboteren.
De Britse rol in dit alles is opvallend groot en historisch geworteld. Hoewel Nepal nooit officieel een kolonie van de Britten is geweest, drukt Londen al sinds de negentiende eeuw een zware stempel op het land, via de Gurkha’s. Dit zijn de legendarische soldaten die in het Britse leger vochten en nog steeds actief worden gerekruteerd. De Gurkha Welfare Trust, een organisatie die officieel zorgt voor veteranen en hun families, is een partner van Hami Nepal. Daarmee loopt een directe lijn naar het Britse ministerie van Defensie en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ook op andere terreinen is de Britse invloed zichtbaar. Het Nepalese onderwijsstelsel en delen van de financiële sector zijn nog steeds nauw verbonden met Londen. In dat licht past de huidige crisis in een langer historisch patroon; iedere keer wanneer Nepal zich beweegt richting Aziatische samenwerking of multipolaire structuren als BRICS, grijpen de Britten in om het land in hun invloedssfeer terug te trekken. Via onderwijsprogramma’s, banken en ontwikkelingshulp wisten de Britten blijvende structuren diep te verankeren. Britse fondsen en stichtingen ondersteunen de ngo’s die een hoofdrol speelden in de protesten.
Dat die ngo-netwerken en internationale financiering de jongerenprotesten faciliteerden en dat de omverwerping van de Nepalese regering zeker niet het gevolg was van uitsluitend organisch gegroeid verzet, staat buiten kijf. Het moet minutieus en van hogerhand gecoördineerd zijn geweest. Het extreme geweld betrof veelal met militaire precisie uitgevoerde aanslagen, wat onmogelijk valt te rijmen met ‘spontane gen Z-protesten’.
Dat Nepal te maken heeft met armoede, werkloosheid en corruptie, en daaruit voortvloeiende ontevredenheid onder jongeren, is makkelijk aan te tonen. Dit houdt echter slechts zeer indirect verband met de omverwerping van de Nepalese regering. Britse strategen hebben die jeugdige ontevredenheid misbruikt voor het grotere geopolitieke doel om Nepal weg te houden uit samenwerkingsverbanden als BRICS, en om Nepal in te lijven bij de Britse en EU-Commissie-strategie tegen China, India en ook Rusland. Nepal kan beschouwd worden als een front in de bredere strijd van het westerse hegemonische streven tegen multipolariteit.
– einde artikel –
Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand
Volg ons op social media
Kijk en beluister Gezond Verstand via