Jos Thommassen
In haar antwoorden trok Claire de emotionele kaart door haar wens uit te spreken een schone aarde te willen doorgeven aan haar dochter, waarna ze Van Houwelingen een klimaatontkenner noemde en een verdere discussie uitsloot.
De aard van dit gesprek werd enige weken later in alle heftigheid herhaald op 7 november, tijdens het begrotingsdebat over het klimaatbeleid.
In dit debat, waarin minister Sophie Hermans (VVD) haar beleid verdedigde, kwamen opvallend veel dames aan het woord die net als Claire Martens zonder schaamte de emotie-kaart trokken om de feiten mee te omzeilen.
Mevrouw Wytske Postma (NSC) attendeerde het kabinet op de afgesproken doelstellingen, waarbij o.a. Schiphol en vliegveld Lelystad zouden moeten inkrimpen. Ze wees tevens op de trieste gevolgen van energiearmoede en opteerde voor een heropening van het energie-noodfonds, waarbij ze achteloos het immense probleem van de armoedeval negeerde.
Christine Teunissen (PvdD) voorspelde in eerdere debatten al dat er op korte termijn desastreuze klimaatrampen op ons af komen, die alleen met forse maatregelen op het gebied van industrie, veehouderij en landbouw kunnen worden voorkomen. Volgens Christine zijn broeikasgassen, met name CO2, de oorzaak van deze kwade tijding en moeten o.a. een SUV-belasting, het zwaar belasten van privévliegtuigen en rekeningrijden zorgen voor het afweren van wateroverlast, droogte, oververhitting en verschrikkelijke stormen. Ze vindt kerncentrales ‘niet in ons land passen’ en te duur. We moeten kiezen voor kinderen en kleinkinderen.
Met de uitstraling van een onzekere middelbare scholiere zorgde Ilana Roodekerk (D’66) tijdens het debat voor het dieptepunt van naïeve emotiepolitiek. Volgens haar is de klimaatverandering een van de grootste oorzaken van armoede en is een streng klimaatbeleid daarom juist goed voor de minstbedeelden. Om haar woorden kracht bij te zetten refereerde ze aan de overstromingen in Valencia, zorgkosten die toenemen door hitte en de kosten voor het verbeteren van funderingen door water-onveiligheid. Weinig aanwezigen konden er een touw aan vastknopen.
Marieke Koekkoek (VOLT) waarschuwde de Kamer voor klimaatontkenners en desinformatie over de overstromingen in Valencia, want het zou niet mogen gebeuren dat deze ramp – maar ook het recente watertekort in New York en de overstromingen in Cyprus – niet worden toegeschreven aan klimaatverandering! Ze vindt het beleid van het kabinet een zwaktebod en dringt aan op een reductie van 90% in het gebruik van fossiele brandstoffen.
Suzanne Kröger (PvdA-GroenLinks) focuste zich fanatiek op de CO2-uitstoot en hamerde op het halen van klimaatdoelen. Ze koppelt energiearmoede aan de afkeer van kernenergie. Sandra Beckerman (SP) bekommerde zich vooral om de hoge energierekeningen voor de lage inkomens.
Minister Sophie Hermans verdedigde haar beleid in een echokamer van gelijkgestemden, waarin ongepaste verontwaardiging, misplaatste zorgen en een deugdzame moraal resoneerden in de schijn van een debat.
Sophie debatteert als een kleuterjuf die iets uitlegt waarvan ze denkt dat de toehoorder het ingewikkeld vindt, terwijl zij het allemaal beter weet.
Ze articuleert op een betuttelende wijze met overdreven mimiek, haar mondhoeken in de meest onmogelijke richtingen trekkend. Hierbij wenst zij geen tegenspraak en snoert ze de oppositie hooghartig de mond met de arrogantie van macht.
Vragen van Pepijn van Houwelingen over de veronderstelde vanzelfsprekendheid van de klimaatcrisis ketsten af op een schild van cognitieve dissonantie, waarna Van Houwelingen zich in totale verbijstering terugtrok.
Hermans maakt geen onderscheid tussen relatieve en absolute effecten van haar klimaatbeleid. Volgens berekeningen uit haar eigen kamp is dit effect op het klimaat immers verwaarloosbaar klein en slechts met vele nullen achter de komma uit te drukken. De effecten van de maatregelen op het welzijn van mensen is echter gigantisch.
Met haar schoolse mimiek probeert Hermans vooral zichzelf te overtuigen van haar gelijk. Uit de agressie waarmee ze haar opponenten opzijzet valt echter op te maken dat zij hiermee onzekerheid en twijfel verhult.
De klimaatmeisjes in de Tweede Kamer verliezen hun verstand zoals bakvisjes in kalverliefde in zwijm vallen voor hun favoriete popidool. In volle overgave, hysterisch en volledig verblind door hun vermeende gevoelens zien ze niet dat het object van hun liefde tactisch geraffineerd door technocratische producenten is gefabriceerd en neergezet. Met hun hoofd in de wolken beseffen ze niet dat ze gebruikt worden als ‘useful idiots’ om de plannen van hogere machten, zoals de Rockefellers, uit te voeren.
Niet opgewassen tegen de veeleisende functie als Kamerlid of minister, voldoen deze politieke meisjes aan de definitie van het peterprincipe. Dit principe stelt dat mensen in een hiërarchie de neiging hebben om te worden gepromoveerd tot aan hun niveau van incompetentie. Een ander psychologisch fenomeen dat nóg meer van toepassing lijkt op Hermans, is het Dunning-krugereffect, waarbij mensen met een laag niveau van vaardigheid of kennis op een bepaald gebied hun eigen competenties overschatten. Dit fenomeen, voor het eerst beschreven in 1999 door sociaalpsychologen David Dunning en Justin Kruger, benadrukt dat onwetendheid soms meer zelfvertrouwen geeft dan expertise, omdat bij onwetendheid het inzicht ontbreekt om te begrijpen waar de moeilijkheden liggen.
In een gezonde situatie zou Sophie Hermans gesprekken aan moeten gaan met onderzoekers die hun licht hebben laten schijnen op het IPCC, waar bewijzen bij elkaar worden gezocht voor de al van tevoren aanvaarde stelling dat de mens de oorzaak is van ‘de klimaatramp’ op aarde. Ze zou ook meer acht moeten slaan op de krankzinnige uitkomsten van de modelberekeningen waarop ze haar handelen baseert, volgens welke de voordelige effecten minuscuul zijn, maar ze blijft ondergedompeld in een moeras van emoties.
Een filosofisch concept dat haar onvermogen om hieruit op te stijgen beschrijft, heet het Münchhausentrilemma, vernoemd naar de Baron von Münchhausen, die in een van zijn opschepperige verhalen zichzelf aan zijn eigen haren uit het water omhoog kon trekken.
Het trilemma beschrijft de fundamentele onmogelijkheid om kennis op een sluitende, logische manier te onderbouwen zonder op een punt te komen waar je ofwel een oneindige regressie hebt (je blijft steeds nieuwe argumenten aandragen zonder eindconclusie), dan wel een cirkelredenering (de bewering ondersteunt zichzelf zonder externe grond), of een dogmatisch, niet-te-betwijfelen uitgangspunt moet accepteren (iets voor waar aannemen zonder verdere onderbouwing, een ‘onbewezen axioma’).
Samenvattend beschrijft dit fenomeen het menselijke onvermogen om volledig objectief over zichzelf te zijn, gecombineerd met de neiging grip te willen hebben op de buitenwereld. Dit vraagt vaak om een extern perspectief, om deze grenzen te kunnen overstijgen en tot echt zelfinzicht te komen. Een absolute vereiste is dat de emoties opzij worden gezet zodat er nog slechts sprake is van een zo zuiver mogelijke vorm van objectiviteit.
Maar ook Sophie Hermans was blij met de wateroverlast in Valencia, en dat ging gepaard met emoties over de doden en het verdriet, ter ondersteuning van haar bewijsvoering dat er een klimaatcrisis heerst. Deze vorm van zelfbedrog ontstaat vanuit het onvermogen om, verblind door emotie, het eigen handelen objectief waar te nemen.
Krishnamurti wijst erop dat onze innerlijke ervaringen, gedachten en waarnemingen niet gescheiden zijn van onszelf, omdat we zowel de bron als de ontvanger zijn van onze gedachten. Zoals in de metafoor van Baron von Münchhausen de baron niet echt onafhankelijk van zichzelf omhoog kan komen, kan de waarnemer niet echt buiten zichzelf treden om objectief naar zichzelf te kijken.
De klimaatmeisjes staan echter met de borst vooruit vol trots hysterisch met elkaar te ‘debatteren’ binnen de grenzen van hun gezamenlijke overtuiging, terwijl ze zich verschuilen in utopische luchtkastelen waarin geen ruimte is voor de ecologische voetafdrukken van mensen. Ze lijken, ondanks hun verschillende partijen, lid te zijn van dezelfde cult, met dezelfde goden en dezelfde dogma’s, inclusief aflaten (CO2-certificaten) en een eindtijdvoorspelling.
Uitschakelen van emotie gaat samen met het loslaten van de onbewuste identificatie met een van de drie rollen in de drama-driehoek, het slachtoffer, de dader en de redder.
De deugdzame rol als redder zou door Sophie en haar meiden kunnen worden ingeruild voor het realisme van de waarnemer. Dit pad leidt bovendien naar andere en meer voldoening scheppende deugden. Het vergt moed, nederigheid, eerlijkheid, wilskracht, veerkracht en verantwoordelijkheidsgevoel om toe te geven dat je je hebt vergist.
– einde artikel –
Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand
Volg ons op social media
Kijk en beluister Gezond Verstand via