Simon van Gelder
In 1955 deed de 30 cm vinyl langspeelplaat haar intrede. Prijs dertig gulden per lp. Het wekelijks minimumloon bedroeg in die tijd welgeteld zestig gulden. Auto’s waren spaarzaam, de Solex (fiets met hulpmotor) was het hoogst betaalbare. In 1956 werd de voorbereiding voor de Europese Unie ondertekend en Nederland deed mee. In 1957 werd de eerste ‘kunstmaan’ (satelliet) gelanceerd, een overwinning voor de Sovjet-Unie. In 1958 toonde de Wereldtentoonstelling in Brussel dat er weer welvaart was in Europa.
Groei en optimisme overheersten in de jaren vijftig. Met plezier toog men naar het werk, vijf en een halve dag per week. De zaterdagochtend werd aangewend om het bureau te fatsoeneren. De vijfdaagse werkweek kwam pas later. In 1959 bedroeg in Amsterdam het aantal ingeschreven werklozen zestig. Werklozen werden op de afdeling personeelszaken van bedrijven gehoond: “Dat zullen wel souteneurs zijn.” Wie niet meedeed gold als spelbreker.
Over wat je mocht zeggen, bestond in de jaren vijftig doorgaans veel overeenstemming. Het was passend geen kwetsende opmerkingen te maken over andermans geloof. Sommigen beweerden dat er vreemde luchtjes hingen in huizen van mensen met een ander of helemaal geen geloof.
Aan de top ging het anders toe. De ministers van verschillende partijen wisten dat ze gedwongen waren tot samenwerking. Zo sloot men compromissen. Dit betekende dat burgers niet op elkaar botsten. De samenwerking aan de top verliep doorgaans soepel, er bestonden twee grote partijen die samen de dienst uitmaakten. De KVP (katholieke volkspartij) en de PvdA (partij van de arbeid). Ze vormden ‘rooms-rode’ kabinetten die in de jaren vijftig standhielden. De ene regeringspartij droomde van het paradijs in het hiernamaals. De ander droomde van een paradijs op aarde.
In de jaren vijftig leefde men zuinig. Het was gebruikelijk dat schoolboeken tweedehands werden gebruikt, desnoods beduimeld, bij wijze van besparing. Twee paar zwarte sokken golden als een nuttig verjaardagscadeau. De kachel werd gestookt met kolen uit Limburg, het Groningse gasveld werd pas in 1959 ontdekt. De nachten waren ijskoud. De sociale wetten stonden in de kinderschoenen. Indien ouderen niet konden voorzien in hun onderhoud, moesten familieleden financieel bijspringen. Dit was bij wet zo geregeld. Voor ouders van jonge kinderen was dit een zware opgave. Maar bij wie kon men zijn beklag doen? Voor moeders waren er geen mogelijkheden het gezinsinkomen te verhogen met inkomen uit eigen betrekking. De enige hoop op verbetering was het aantrekken van de economie. Velen snakten naar ‘een tweede Gouden Eeuw’ (de titel van een Prisma-boekje van 1 gulden 25).
Rond 1965 was het model van zuinigheid en algemene consensus bezweken aan haar eigen succes. Het bleek ineens niet langer mogelijk de lonen te blijven drukken. Plotseling deden zich loonexplosies van 10% voor. Het bezoek aan kerken liep terug, de godsdienst was niet langer het richtsnoer. De angst voor het gezag was verdwenen. Uit het niets ontstond in 1965 Provo in Amsterdam. Het betrof twintig tot dertig jongens, die met kleine plaagstoten de machthebbers wisten te sarren. Koosje Koster deelde op het Spui in Amsterdam een handjevol krenten uit aan voorbijgangers en werd subiet mishandeld door politiemensen.
Binnen een jaar waren de provo’s voorgoed van het toneel verdwenen. Ze waren niet meer dan een storm in een glas water. Maar met hun optreden markeerden ze het definitieve afscheid van de gezagsgetrouwe jaren vijftig. Het land was inmiddels gestegen tot grote welvaart. Zelfs tegenspraak bleek toegestaan. De opstandigheid van de jaren zestig was echter zonder inhoud. Maar het betekende een definitieve afrekening met de verstarde sfeer van de jaren vijftig. Sommige gezagsdragers begrepen er niets van. Nog in 1966 riep Wim Thomassen, PvdA-burgemeester in Rotterdam, uit: “Provo’s kunnen we hier in de stad niet gebruiken.”
Kan de geschiedenis van de jaren vijftig zich in 2025 herhalen? Dus een ‘backlash’ na jaren van gedweeheid na een mondiale machtsgreep? Opnieuw is er sprake van verstarring in de samenleving. Veel huidige ontwikkelingen roepen onvrede op. Niemand kan uitleggen hoe het verder moet zonder ongelukken. Nederlandse politici hebben niets meer in de melk te brokkelen. De samenleving is versnipperd. De consensus over wenselijk bestuur is zoek.
De kans is dat verandering uitsluitend kan voortkomen uit een onverwachte schok. Misschien uit een communicatiefout. Of de grondige verschuiving van de verhoudingen op het schaakbord van de wereldpolitiek. Het is een ander beeld dan dat van de juichende massa die in 1958 bijeen stond op het vliegveld Soesterberg om daar getuige te zijn van een grootse vliegshow. Het hoogtepunt was het laag overvliegen van een acht-motorige B-52-bommenwerper van de USAF, de Amerikaanse luchtmacht. Aan de gevoelens van veiligheid uit de jaren vijftig bestaat geen behoefte meer.
– einde artikel –
Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand
Volg ons op social media
Kijk en beluister Gezond Verstand via