Scroll Top

Oorlogsgif in Europese zeeën en weigering met Rusland samen te werken

119 Oorlogsgif in Europese zeeën en weigering met Rusland samen te werken
Oorlogsgif in Europese zeeën en weigering met Rusland samen te werken

Richard Rijsdijk

Lekkende chemicaliën uit gedumpte, onontplofte chemische en conventionele wapens uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog, bedreigen het zeemilieu en de voedselketen. De vrijkomende stoffen, zoals TNT, RDX en DNB, zijn giftig en kankerverwekkend en verspreiden zich door wind en getij. In maart sloeg het Centrum voor Oceaanonderzoek in Kiel, GEOMAR, alarm over deze bedreiging in de Baltische Zee. De chemicaliën lekken steeds sneller weg. Schattingen variëren enorm, van honderd tot achthonderd jaar, terwijl Russische studies voor medio 21ste eeuw een piek voorspellen.

Rusland pleit sinds 2023 voor een gezamenlijke aanpak van deze bedreiging via de Helsinki Commission (HELCOM), die verantwoordelijk is voor de coördinatie van het beschermen van het zeemilieu in de Baltische Zee. De Duitsers zijn daartoe niet bereid, het zou een opening naar de vijand in het Kremlin betekenen.

Voor de Nederlandse en Belgische kust, waar de zeebodem ook is bezaaid met munitiedumps, kampen we met dezelfde dreiging van Ontplofbare Oorlogsresten (OO). Gedegen kennis ontbreekt over dumplocaties en samenstelling van de OO, zowel qua inhoud als corrosiebestendigheid van de hulzen. De autoriteiten komen – behalve voor het schrijven van rapporten – niet in actie, ondanks hun claim dat het milieu beschermd moet worden. Van structurele sanering is geen sprake.

De Duitsers onderzochten de baaien van Kiel en Lübeck en locaties in de Baltische Zee. Ze ontdekten overal van OO afkomstige, schadelijke chemische verbindingen in concentraties nu nog liggend onder de officiële gevarendrempel. Dat kan echter snel veranderen. Zeezout corrodeert de hulzen en veel OO liggen er sinds eind Tweede of zelfs Eerste Wereldoorlog, waardoor steeds meer chemicaliën, steeds sneller zullen vrijkomen. Het is een probleem dat alle Baltische staten aangaat, inclusief Rusland.

Politieke spanningen tussen de Europese NAVO-lidstaten en Rusland frustreren echter een gezamenlijke aanpak. Belyaev, een hoge official van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken, pleitte er in 2023 al voor om de gebruikelijke kanalen van HELCOM hiervoor te gebruiken. Maar Duitsland, als lid van de ‘Coalitie van Bereidwilligen’, sluit de Russen categorisch buiten en probeert HELCOM – de hoogste autoriteit inzake het Baltische zeemilieu – te omzeilen door zich te wenden tot de NAVO, of tot de Raad van de Oostzeestaten. Dat is een doorn in het oog van Rusland. Hun ministerie van Buitenlandse Zaken acht de risico’s zodanig groot dat een eventueel eenzijdig Duits initiatief niet aan de orde kan zijn.

Serge Oznobishchev, directeur van het Institute for Strategic Assessments, betwijfelt of een Duits-Russische inzet haalbaar is. De politieke wil is, volgens hem, van beide kanten afwezig. Maar er staat teveel op het spel en een dialoog zal uiteindelijk nodig zijn, zo benadrukt hij. De kans daarop is echter nihil. Kanselier Merz beloofde Kiev onlangs verdere militaire hulp en acht diplomatieke middelen om tot een vergelijk te kunnen komen, uitgeput.

In de Duitse kustwateren en de Baltische Zee ligt volgens HELCOM zo’n 25.000 ton aan conventionele en 15.000 ton aan chemische wapens. In de Noordzee ligt naar schatting 1,3 miljoen ton aan gedumpte munitie.

Deze OO veroorzaken – naast weglekkende chemicaliën – nog allerlei andere problemen. De offshore-industrie en de visserij lopen risico’s wegens ontploffingsgevaar en direct contact met het chemische materiaal. Een veel sluipender gevaar is dat allerhande chemische vervuiling paaigronden en leefgebieden aantast. Zo werden er al resten van explosieven aangetroffen in vis die nabij dumpsites gevangen werd.

Een van de grootste gevaren is zwavelmosterd, het hoofdbestanddeel van mosterdgas. Verder zijn er arsenicumverbindingen aanwezig die – zelfs in lage concentraties – giftig zijn voor het zeeleven, zoals plankton en algen, die de basis vormen van de voedselketen die reikt tot in onze voedselproducten.

Veel studies tonen een wrang gebrek aan noodzakelijke kennis om de risico’s en sanering effectief aan te kunnen pakken. Zo zijn de dumplocaties lang niet allemaal bekend en weet men van bekende sites vaak niet wat en hoeveel er ligt. Sterke getijden en stormen kunnen OO soms tientallen kilometers van een dumpsite wegvoeren. Niet-afgeworpen bommen van de Amerikaanse en Britse luchtmacht, bedoeld voor nazi-Duitsland, werden lukraak in de Noordzee gedumpt. Het naoorlogse dumpen van wapentuig ging veelal handmatig en dus moeizaam. Het overboord zetten begon daarom al vaak kort na het verlaten van de haven, op weg naar de officiële dumpplaats.

119 Oorlogsgif in Europese zeeën en weigering met Rusland samen te werken

Nabij het Duitse eiland Bornholm ligt een grote chemische OO-dump, met veel mosterdgas. Vissers haalden door de jaren heen in hun visomgeving ongeveer zevenhonderd chemische wapens naar boven, waarvan het merendeel het uiterst gevaarlijke mosterdgas bevatte. Mosterdgas lost maar deels op in water. Wat overblijft zijn chemische klonten die kunnen aanspoelen of worden opgevist. Bij het openbreken zijn ze nog net zo gevaarlijk als op het moment van oorspronkelijke productie.

Pal voor de toeristenstranden van Knokke-Heist, aan de Belgische kust, op de zandbank Paardenmarkt, zo’n 500 meter van het strand, ligt minstens 35.000 ton aan gedumpte munitie, afkomstig uit de Eerste Wereldoorlog, waarvan ook een groot deel Duits mosterdgas bevat.

De dumps zijn zo talrijk dat veel ervan in de belangrijkste noord- en zuidgaande scheepvaartcorridor liggen en in de naderingsgebieden van en naar IJmuiden en Europoort. Tussen Bergen aan Zee en Den Helder zijn er meer dan honderd bekende locaties, waarvan sommige maar enkele honderden meters van het badstrand.

Dumps zijn er ook in de binnenwateren. In de Westerschelde liggen er bijvoorbeeld vier, op minder dan 500 meter van de zeewering. In het Nationaal Park Oosterschelde, een Natura 2000-gebied, ligt de allergrootste dump van Nederland; tussen 1945 en 1967 werd vlakbij Zierikzee 30.000 ton aan ongebruikte wapens overboord gezet.

Autoriteiten zoeken zelf niet actief naar OO, maar houden het bij rapporteren en beleidsontwikkeling. Vissers staan echter in de frontlinie van het OO-probleem. Ze worden geacht opgeviste OO aan boord te houden en deze te rapporteren aan de Kustwacht. De Kustwacht of de Koninklijke Marine komt langszij, neemt het over en maakt het onschadelijk. Voor de visser betekent dit een hoog risico, lang oponthoud en dus een grote kostenpost. De vergoeding voor hun goed burgerschap is vrijwel nihil: € 181,51 voor de eerste melding/overdracht en daarna € 45,28 per stuk in dezelfde week, met een maximum van € 2.268,90 bruto per jaar. Kortom, dit beleid ontmoedigt het melden. HELCOM-statistieken illustreren dit laatste. De hoeveelheid opvisbare OO steeg sterk na een hevige storm in 1976, die veel OO loswoelde uit de zeebodem. Na 1992 worden er echter nauwelijks nog meldingen gedaan. Het EU-verbod om iets van de vangst – inclusief OO – terug in zee te gooien bemoeilijkt de situatie. Aanlanden van OO is in veel landen verboden, of de visser wordt aangeslagen voor de opruimingskosten. Daarom kieperen vissers het wapentuig – ondanks het verbod – meestal simpelweg weer overboord.

De EU wil vervuiling van het zeemilieu in 2030 tot nul hebben gereduceerd. Maar van enige concrete ruimingsactiviteit is geen sprake. Het blijft bij het stimuleren van de internationale dialoog en het opstellen van richtlijnen voor vissers, offshore baggerbedrijven en pijp- en kabelleggers over hoe met OO om te gaan. Verder financiert de EU onderzoeksprojecten, zoals MMinE-SwEEPER, waarmee geavanceerde technieken worden ontwikkeld voor de detectie, classificatie en neutralisatie van OO. Verder zijn er allerlei risicobeoordelingen, worden databanken opgezet en is er informatie-uitwisseling, maar er is geen sprake van concrete saneringsactiviteiten vanuit de EU.

Opruimingswerkzaamheden vinden alleen plaats als er sprake is van een direct commercieel belang, zoals bij de aanleg van offshore windmolenparken, oliewinning of het leggen van kabels en pijpleidingen. Actieve opsporing en ruiming is dan verplicht. Maar volledige ruiming is onmogelijk, zelfs na een zeer gedegen risicoanalyse en onderzoek van de site of het kabeltraject. OO liggen soms zo diep begraven in de sedimenten, of zo verspreid, dat complete verwijdering zowel technisch als financieel onhaalbaar is.

De OO in onze zeeën en wateren zijn een tragische nalatenschap van de al bijna vergeten twee wereldoorlogen. De waanzin van die oorlogen bedreigt de huidige generaties echter nog steeds. In plaats van dat autoriteiten overgaan tot een actieve aanpak van dit concrete gevaar, investeren zij miljarden in de oplossing van een fictief klimaatprobleem en voorbereidingen voor een imaginaire oorlogsdreiging.

– einde artikel –

Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand

Volg ons op social media

Kijk en beluister Gezond Verstand via

Gerelateerde berichten

Privacybeleid
Wanneer u onze website bezoekt, dan kan deze informatie via je browser opslaan voor specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hieronder kunt je je privacyvoorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van cookies van invloed kan zijn op je ervaring op onze website en de diensten die we aanbieden.