Janneke Thierens
Ook ziekenhuizen kunnen patiënten niet meer de zorg bieden die nodig is. Enerzijds door een tekort aan bedden, anderzijds door een tekort aan artsen en verpleegkundigen – al dan niet zelf ziek vanwege hun tijdens de corona’crisis’ verplicht gestelde mRNA-injecties. Patiënten die bijvoorbeeld voor een keizersnede of een blindedarmoperatie opgenomen zijn, worden na één dag alweer naar huis gestuurd, met als gevolg nog meer druk op de eerstelijnszorg.
Die druk ontstaat niet alleen door de hierboven genoemde oorzaken, maar ook door de vergrijzing van de bevolking. Ouderen kunnen vaak niet meer in een verzorgingshuis terecht, want de opeenvolgende kabinetten-Rutte hebben ervoor gezorgd dat de hoeveelheid verzorgingshuizen sterk is afgenomen. Hulpbehoevende ouderen wonen nu noodgedwongen veel langer thuis dan eigenlijk goed voor ze is. Wijkverpleegkundigen melden dat zij steeds vaker patiënten ’s ochtends op de vloer aantreffen, al dan niet in zeer slechte conditie.
Huisartsen die het niet eens waren met de corona-maatregelen van de overheid, zagen veel van hun patiënten vertrekken. Zij werden in sommige gevallen zelfs ‘verlinkt’ door patiënten en/of collega’s en kregen dan de inspectie op bezoek. Die dreigden hun BIG-registratie te zullen intrekken wanneer zij zich niet aan het beleid zouden conformeren. In andere gevallen hielden deze huisartsen hun mond, om in hun praktijk geen grote scheuring te veroorzaken. Zelfs nu, in 2025, is het voor de wakkere huisarts onmogelijk om de bijwerkingen en andere gevolgen van het injectiebeleid met collega’s te bespreken. Zo vertelde een psychologe dat zij patiënten kreeg doorverwezen vanwege een doodswens in verband met hevige jeuk en eczeem over het hele lichaam na vaccinatie. Maar dit soort dingen kunnen in de medische wereld door artsen of psychologen onder elkaar nog steeds niet worden benoemd.
Een huisarts in het oosten van Nederland geeft aan niet meer de terminale zorg (huisbezoeken) te kunnen leveren die altijd normaal werd gevonden. Dit soort zorg wordt nu aan de wijkverpleging overgelaten, die vervolgens hierover aan de huisarts rapporteert. Een assistente in een huisartsenpraktijk in Amsterdam vroeg aan een van de huisartsen in de praktijk of hij zijn coronaliteratuur nog bijhield. “Nee”, antwoordde de huisarts, “Ik ben al blij als ik om zes uur naar huis kan en in het weekend hou ik graag een klein beetje tijd over voor vrouw, kinderen en sport.” Steeds meer administratieve rompslomp en contact met de zorgverzekeraars verkort de tijd die overblijft voor het werkelijke werk. Daarnaast moet de huisarts steeds meer taken verrichten die eigenlijk bij specialisten thuishoren. Bijvoorbeeld in het geval van een doorverwijzing naar een psycholoog, waarbij de huisarts gedwongen is de anamnese te verzorgen – tijdsduur: ongeveer een half uur.
Ook de gevolgen van corona laten zich gelden. Huisartsen die het niet eens waren met het coronabeleid van de overheid stopten en sloten hun praktijk, zonder dat er een opvolger was. Er zijn zelfs gevallen bekend van zelfmoord van de huisarts, wanneer die zich realiseert waaraan hij heeft meegeholpen. Dit alles, gecombineerd met het feit dat jonge afgestudeerden wel huisarts willen worden, maar geen praktijk willen gaan runnen, zorgt voor een afname van het aantal huisartsenpraktijken. Zij voelen niets voor alle sores, administratie en contact met steeds lastiger wordende zorgverzekeraars en mondiger wordende patiënten ten gevolge van wat men op het internet zelf aan kennis kan vinden. Drie tot maximaal vier dagen werken is de norm geworden.
– einde artikel –
Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand
Volg ons op social media
Kijk en beluister Gezond Verstand via