Jos thommassen
Het grote stikstofprobleem dat het hele land verlamt is gebaseerd op een grenswaarde van 0,07 gram stikstofuitstoot per hectare per jaar in de omgeving van kwetsbare natuur. In Duitsland is 300 gram toegestaan en in Denemarken 700 gram, oftewel 10.000 keer meer dan in ons land. Volgens wetenschapsjournalist Arnout Jaspers, schrijver van het boek De Stikstoffuik, hanteren we een absurd lage grens: “Als er één keer een gans overvliegt die wat laat vallen op een gebied ter grootte van twee voetbalvelden, dan is de grenswaarde van de stikstofdepositie die een boerderij mag veroorzaken bij een natura 2000-gebied bereikt.”
Op 20 juni 2023 dwong Alexander Kops (PVV) tijdens een debat toenmalig minister van Klimaat en Energie, Rob Jetten, om het effect van de maatregelen in getallen uit te drukken. Alsof het een realistische en robuuste berekening betrof liet Jetten weten dat de CO₂-maatregelen uiteindelijk 0,000036 graden opwarming zouden kunnen voorkomen. Hij voegde daar even later met een stalen gezicht aan toe dat hierdoor echter vele tientallen miljarden aan klimaatschade kon worden verholpen. Jetten schaamde zich niet voor het uitspreken van deze onbegrijpelijke getallen.
Getallenblindheid zorgt voor veel absurde en desastreuze maatregelen!
Over enige maanden wordt de Enschedese binnenstad ‘emissievrij’. Volgens zorgvuldige berekeningen compenseert deze voor het mkb desastreuze maatregel de halfjaarlijkse uitstoot van één gezin. De nieuwe regeling kent natuurlijk tal van uitzonderingen, die allemaal door ambtenaren moeten worden behandeld.
Hiervoor is een bedrag van € 390.000 opzijgezet, waarvan onder meer de ‘zero-emissie-adviseur’ betaald wordt, die tot eind 2025 ondernemers helpt bij hun vragen.
Tijdens een debat op 1 november 2018 voorspelde Thierry Baudet dat de kosten van het volgens hem absurde klimaatbeleid het land rond de € 1.000 miljard zou gaan kosten om de temperatuur 0,00007% minder te laten stijgen. In een poging Baudet publiekelijk belachelijk te maken, rekende Jesse Klaver hardop voor dat het wel meeviel met die kosten. Volgens Klaver moeten ongeveer 7 miljoen huishoudens een warmtepomp van € 20.000 gaan aanschaffen. Dit vermenigvuldigd, maakt volgens Klaver € 14 miljard.
Achteraf, na zes jaar, is inmiddels iedereen het erover eens dat die 1.000 miljard een reële schatting was om alle in de wet vastgelegde plannen op klimaatgebied door te kunnen zetten, maar destijds probeerde men Baudet af te schilderen als een wereldvreemde fantast en kreeg de enorme rekenfout van Klaver nauwelijks aandacht.
De kortzichtige domheid die Klaver tentoonspreidde staat niet op zichzelf. Politici maken ingrijpende keuzes over grote sommen geld, terwijl ze weinig gevoel hebben voor grote getallen. Ze schuiven met miljoenen en miljarden alsof dit gelijkwaardige grootheden zijn.
Gerd Gigerenzer, een Duitse psycholoog en expert op het gebied van risicocommunicatie, heeft herhaaldelijk gewezen op misvattingen rondom getallen en statistieken. Hij benadrukt hoe foutmarges en prevalentie – het aandeel van een ziekte in de populatie – cruciaal zijn bij het interpreteren van testresultaten. Zo kan een test met een hoge nauwkeurigheid toch vaak massaal fout-positieve resultaten geven wanneer de prevalentie laag is. Tijdens de corona-‘pandemie’ werd dit bij de PCR-test, die de grondslag vormde van vele catastrofale maatregelen, al dan niet bewust totaal over het hoofd gezien.
Wanneer je iedereen gaat testen, zoals in de coronatijd, en niet alleen mensen met symptomen, dan kun je dus dergelijke resultaten verwachten, omdat het aantal werkelijk besmette personen klein is in verhouding tot de totale populatie.
Als je alleen mensen test met een verhoogde kans (bijvoorbeeld mensen met symptomen), verhoog je effectief de prevalentie in de geteste groep, wat een positief resultaat betrouwbaarder maakt. Om de prevalentie te verhogen, zouden daarom alleen risicogroepen of symptomatische personen getest moeten worden. De meeste politici waren echter ook getallenblind bij het inschatten van de PCR-test. Wellicht waren ze tevens verblind door het felle licht van angst en emotie, maar waarschijnlijk handelden ze bewust kwaadaardig.
In hun narcistische identificatie met de gehele dramadriehoek van Karpman: redder, dader en slachtoffer, zagen politici zichzelf als het middelpunt tussen micro- en macro-getallen. Deze spiegeling van groot en klein schenkt het brein een schijnbare orde van symmetrie, waarbij grote getallen in hun onbeschrijfelijke omvang betekenisvol lijken en kleine getallen subtiliteit en precisie suggereren.
Al hun beslissingen waren echter irrationeel en disproportioneel en werden gerechtvaardigd met emotie en angstretoriek, zonder enige mate van bescheidenheid of besef van de menselijke maat.
In een satire op menselijke trots, onwetendheid en onze beperkte kijk op de wereld beschrijft Jonathan Swift in Gullivers reizen (1726) de gevolgen van ontmoetingen van de held Gulliver met lilliputters en reuzen, waardoor hij zichzelf kon relativeren en in een breder perspectief ging zien. Deze klassieker lijkt aan onze zelfingenomen, aan eigenwaan lijdende bewindslieden voorbij te zijn gegaan.
Omdat getallenblindheid leidt tot irrationaliteit is het de ideale opmaat naar emotiepolitiek, waarbij juist ongrijpbare abstracte getallen voor mystificatie zorgen, een mistgordijn, om de ware aard van de zaak, namelijk bedrog, te verhullen. Zo wordt het huidige klimaatbeleid gepresenteerd als een morele plicht, een manier om het goede te doen voor toekomstige generaties. Voor veel mensen geeft dit een gevoel van betekenis in een wereld waarin traditionele religieuze overtuigingen zijn afgenomen. Deze emotionele identificatie maakt het moeilijk om rationele vragen te stellen over het beleid.
Achteloze burgers volgen, gehypnotiseerd door de getallenspaghetti, bijna blindelings de klimaatretoriek en vragen soms zelfs om nog strengere maatregelen, opgelucht dat ze zichzelf niet bezig hoeven te houden met deze ondoorgrondelijk ingewikkelde wetenschap. Rekenwerk kost veel energie en het vertrouwen in politici, experts en modellen is schijnbaar even groot als de eigen onmacht en gemakzucht.
Het menselijk brein heeft sowieso van nature moeite om aantallen boven de vier direct waar te nemen zonder bewust te tellen. Voor grotere getallen moet ons brein overschakelen naar een proces van schatten of tellen, wat meer tijd en cognitieve inspanning vergt. Een miljoen, een miljard of een biljoen zijn conceptueel nauwelijks te bevatten, waardoor een mens geneigd is deze abstract te behandelen in statistieken of grafieken of er een emotie aan te koppelen. Het slecht kunnen inschatten van getallen komt ook doordat we rekenen met het decimale stelsel. Het brein is geconditioneerd om in groepen van tien te denken, maar dit biedt geen natuurlijke structuur voor het begrijpen van exponentiële groei.
Een exponentieel systeem rekent vaak met machten van een basisgetal, zoals 2 (binair systeem) of 10, echter met meer nadruk op de macht zelf. Een gezond besef van exponentiële ten opzichte van lineaire groei, of het onderscheid tussen relatief en absoluut, zijn cruciaal voor het begrijpen van veel moderne wetenschappelijke en economische verschijnselen. De meeste politici zijn echter niet in staat getallen op waarde te schatten.
Een fnuikend voorbeeld van de gevolgen van structurele getallenblindheid is het immense probleem van de armoedeval, waarbij het inkomen van minima vanuit verschillende hoeken (toelages, subsidies, kwijtscheldingen) wordt aangevuld, waardoor het hierdoor gegroeide, hoge virtuele inkomen de financiële prikkel om aan het werk te gaan, wegneemt. Een enorm ambtenarenapparaat is nauwelijks in staat het aldoor rondpompen van gelden in goede banen te leiden, wat bijvoorbeeld heeft geleid tot de Bulgaren-fraude en de toeslagen-affaire. Getallenblindheid leidt tot catastrofes.
Politici die leiden aan getallenblindheid, zoals Jesse Klaver, Rob Jetten, Hugo de Jonge en Sophie Hermans, hadden wellicht anders in de materie gestaan wanneer ze in hun jeugd een degelijke beeldende en muzikale ontwikkeling hadden doorgemaakt en meer gevoel hadden ontwikkeld voor abstractie en de menselijke maat.
Het is daarom wrang om te moeten constateren dat juist culturele instellingen en muziekscholen in de laatste decennia massaal moesten sluiten vanwege ‘te hoge kosten voor de gemeenschap’, terwijl de miljoenen die nodig zijn om deze culturele centra in stand te houden in geen verhouding staan tot de honderden miljarden die, op instignatie van deze politici, worden vernietigd door bijvoorbeeld onnodige maatregelen op het gebied van gezondheidszorg, zoals we zagen in de coronatijd, of het huidige onzinnige onbetaalbare klimaatbeleid.
Wat vertel ik mijn medemens?
- Grote getallen lijken in hun onbeschrijfelijke omvang betekenisvol en kleine getallen suggereren subtiliteit en precisie.
- In de coronatijd waren al de beslissingen van de politici irrationeel en disproportioneel, zonder enige mate van bescheidenheid of besef van de menselijke maat.
– einde artikel –
Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand
Volg ons op social media
Kijk en beluister Gezond Verstand via