Scroll Top

De gevaren van medicalisering van kinderen met genderdysforie

101 De gevaren van medicalisering van kinderen met genderdysforie
De gevaren van medicalisering van kinderen met genderdysforie

Rosalie Langenberg

Er is de laatste jaren een explosieve toename waar te nemen van personen die zich als transgender identificeren. Ging het in de jaren tachtig in Nederland nog om enkele tientallen gevallen per jaar, nu is de schatting dat er in Nederland 102.000 transgenders zijn. Ook is de doelgroep van mensen met nadrukkelijk geuite onvrede over het geslacht waarmee ze geboren zijn in de laatste jaren sterk veranderd. Ging het eerst om een nagenoeg gelijke verdeling onder jongens en meisjes, nu is driekwart van de gevallen die zich voor een genderbehandeling melden een meisje. Deze meisjes ontwikkelen deze klachten bovendien vaak pas in de puberteit en niet in de vroege kindertijd, dit wordt ook wel ‘Rapid-Onset Gender Dysphoria’ (ROGD) oftewel ‘snel beginnende genderdysforie’ genoemd. Dit is anders dan de klassieke gevallen van genderdysforie, waarbij het ging om een heel klein groepje kinderen dat – anders dan bij de huidige golf – geen opmerkelijk effect had op de samenleving. Het wordt door de overheid en op veel scholen aanvaard als een behandelbare aandoening, en in delen van het land door overheid en scholen zelfs bevorderd. De biologische verandering van geslacht is niet mogelijk, maar dit wordt niet openlijk erkend door de autoriteiten.
Dit artikel is alleen voor abonnees
Word nu abonnee van Gezond Verstand Magazine

Kies uit een jaar– of kwartaalabonnement en ontvang de meest kritische en onafhankelijke kijk op actuele onderwerpen.
Wil je liever digitaal lezen? Voor slechts €60 per jaar heb je al een digitaal abonnement.
Je krijgt na je bestelling direct toegang tot alle uitgaven op de website.

Vraag naar genderzorg
Met de explosieve stijging van genderdysforie komt er ook steeds meer vraag naar medische genderzorg, waarbij begonnen wordt met puberteitsremmers. Na twee jaar kunnen kinderen beginnen met ‘geslachtsbevestigende’ hormonen en uiteindelijk kunnen ze eventueel een ‘geslachtsveranderende operatie’ ondergaan. De langetermijngevolgen van deze behandelingen zijn niet te overzien. Ouders en kinderen wordt voorgehouden dat er slechts één remedie is: ingrijpende medische behandelingen. De grote toename van genderdysforie is begonnen in de VS, waarbij de uitgebreide macht van farmaceutische bedrijven een sleutelrol speelde. Dat deze industrie schuilgaat achter de onvrede over het eigen geslacht krijgt geen aandacht.

De gedachte bij het gebruik van puberteitsremmers was om een soort pauzeknop te hanteren, waarbij transgenderjongeren meer tijd zouden hebben om hun genderidentiteit te verkennen. In de laatste jaren is men tot andere inzichten gekomen. Het gebruik van puberteitsremmers wordt nu gezien als een actieve stap in het gendertraject, en in Finland, Zweden en Noorwegen – en meer recent ook Schotland en Engeland – worden ze slechts nog in het kader van wetenschappelijk onderzoek voorgeschreven.

Bijwerkingen
Bovendien is er grote bezorgdheid dat puberteitsremmers onveilig zijn voor de gezondheid van kinderen en jongeren, met name door de impact op de botten. Gedurende de tienerjaren groeit de botdichtheid zo’n 8-12% per jaar. Een analyse van zeven onderzoeken uit Nederland, Canada en Engeland, waarbij 500 transgendertieners waren betrokken, wees uit dat de toename van de botdichtheid bij tieners die puberteitsremmers gebruikten doorgaans stagneerde. Veel artsen die transgenders behandelen geloven dat de botdichtheid zich zal herstellen na het stoppen met de medicijnen. Maar meerdere studies tonen aan dat velen niet volledig zullen herstellen en blijvend zullen achterlopen op hun leeftijdgenoten. Ook zouden de vruchtbaarheid, de hersenen en andere delen van het lichaam worden aangetast. Gebruikers van deze medicijnen mogen verwachten hun leven lang medische ondersteuning nodig te hebben, wat hen ideale klanten van Big Pharma maakt.

Dutch protocol en flinke controverse
Het zogenaamde Dutch Protocol wordt over de hele wereld gebruikt als basis om puberteitsremmers voor te schrijven, als onderdeel van de zogeheten ‘genderbevestigende zorg’. Dit is gebaseerd op een Nederlands onderzoek dat zou hebben uitgewezen dat puberteitsremmers een gunstig effect hebben op het welzijn van kinderen met genderdysforie. Inmiddels is het onderzoek door allerlei wetenschappers onderuitgehaald en ingehaald door recentere studies die een heel ander beeld laten zien. Toen Britse onderzoekers de Nederlandse resultaten in 2011 wilden repliceren met een onderzoek onder 44 kinderen, kwamen ze tot de conclusie dat het welbevinden van de kinderen niet was verbeterd door het gebruik van puberteitsremmers.

Het is een onderwerp dat voor flinke controverse zorgt, zoals afgelopen week weer werd bevestigd, toen The New York Times kopte dat een Amerikaans onderzoek waarmee is aangetoond dat het welzijn van kinderen niet verbetert na het gebruik van puberteitsremmers, om politieke redenen niet zal worden gepubliceerd. Volgens de leider van het onderzoek, dr. Johanna Olson-Kennedy, zouden de conclusies mogelijk gebruikt kunnen worden door tegenstanders van de transgenderzorg. Zo zouden politieke acties al in meer dan twintig staten hebben gezorgd voor een verbod op genderbehandelingen voor jongeren. Olson-Kennedy begon het onderzoek in 2015, als onderdeel van een veel breder nationaal project met betrekking tot transgenderjongeren, dat tot nu toe $ 9,7 miljoen aan overheidsfinanciering heeft ontvangen. Zij heeft met haar collega’s 95 kinderen uit het hele land voor het onderzoek bij elkaar gezocht, die vervolgens puberteitsremmers kregen toegediend. De kinderen werden twee jaar lang gevolgd om te zien of er een verbetering optrad in hun geestelijke gezondheid. Dit bleek niet het geval te zijn.

Om geen munitie te geven aan politieke tegenstanders, wordt gewacht met de publicatie van het onderzoek. “Een kloppend onderzoek kost nu eenmaal tijd”, stelt de onderzoeksleider. Deze beslissing laat de indruk achter dat er wordt gewacht totdat de resultaten een voor hen gunstigere uitkomst laten zien. Andere onderzoekers uiten dan ook hun bezorgdheid over het vertragen van het publiceren van de onderzoeksresultaten, dat directe gevolgen heeft voor gezinnen wereldwijd.

101 De gevaren van medicalisering van kinderen met genderdysforie

Diverse rapporten en onderliggend trauma
Een ander belangrijk onderzoek dat dit jaar naar buiten is gebracht, is het zogenaamde Cass Review, genoemd naar de Britse kinderarts Hilary Cass. In opdracht van de Britse National Health Service heeft Cass onderzoek gedaan naar de explosieve stijging in de afgelopen tien jaar van het aantal jongeren met genderdysforie in het Verenigd Koninkrijk. In 2024 presenteerde ze na vijf jaar haar bevindingen over de zorg die aan circa 9.000 Britse kinderen is geboden in de genderkliniek van The Tavistock and Portman in Londen. De explosieve stijging van het aantal transgenderjongeren wordt verklaard uit het feit dat de drempel lager is geworden om ermee naar buiten te komen. Maar het is ook duidelijk dat jongeren elkaar beïnvloeden, onder meer via sociale media en op scholen. De verregaande en deels onomkeerbare medische ingrepen zijn niet op deugdelijk wetenschappelijk bewijs gestoeld. Daarnaast blijken er nauwelijks goede en betrouwbare data te worden bijgehouden van jongeren die in een transitietraject zitten. Daardoor zijn de gevolgen van het behandeltraject moeilijk te beoordelen.

Een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen, waarvoor meer dan 2.700 jongeren werden ondervraagd, laat zien dat de wens om van het andere geslacht te zijn relatief vaak voorkomt in de jonge tienerjaren. Bij het grootste deel van de jongeren verdwijnt die ook weer. De studie maakt tevens duidelijk dat de behoefte om van het andere geslacht te zijn samenhangt met psychische klachten en een lager zelfbeeld. Bovendien blijkt uit recent onderzoek van Northwestern University dat kinderen die zich in hun puberteit zonder enige voortekenen als transgender identificeren (ROGD), van tevoren al veel psychische en emotionele problemen vertoonden. Vooral depressies en angststoornissen zijn veelvoorkomende klachten.

Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat groepsdruk bij ROGD een belangrijke rol speelt. De grootste boosdoeners zijn sociale media, maar ook leeftijdsgenoten spelen een doorslaggevende rol. Dit verklaart ook waarom het nu vooral tienermeisjes zijn die voor de transgenderroute kiezen; volgens dit en eerder onderzoek zijn tienermeisjes gevoeliger voor groepsdruk dan jongens.

Er zijn sterke aanwijzingen dat ontwikkelingstrauma ervoor zorgt dat kinderen zich vaker als ‘transpersoon’ identificeren. Niet voor niets zijn kinderen met stoornissen in het autistisch spectrum, geadopteerde kinderen, kinderen uit pleeggezinnen en sterk gendernon-conforme kinderen oververtegenwoordigd binnen de transgendergroep. Deze kinderen hebben over het algemeen meer trauma in hun jonge leven meegemaakt. Waar bij pleegkinderen en geadopteerde kinderen hechtingsproblemen een grote rol zullen spelen, zullen autistische en gendernon-conforme kinderen niet zelden te maken krijgen met pestgedrag en het zich buitengesloten voelen.

Gevoelens van zelfhaat en zelfafwijzing, gebruikelijk bij trauma, kunnen dan gemakkelijk op gender worden geprojecteerd. De conclusie kan worden getrokken dat je je lichaam haat vanwege je geslacht. Bij kinderen met een traumaverleden kan de puberteit het vroegkinderlijke trauma weer naar boven brengen, hetgeen het fenomeen ROGD mede zou kunnen verklaren. Zelfhaat heeft niets met een aangeboren identiteit te maken, daar zit altijd psychologisch trauma achter. Gelukkige, stabiele mensen kennen dan ook geen zelfhaat.

D66 pleit voor de afschaffing van het verplichte uitgebreide psychologische onderzoek in de transgenderzorg, want, zo stellen zij, het zou onethisch zijn om transgenders niet te bevestigen in hun gender. Dit typeert een gedachtewereld die vrijwel altijd heeft geleid tot grote teleurstelling, spijt en een groot aantal gevallen van zelfdoding.

 

Wat vertel ik mijn medemens?

  1. Bijna altijd spelen er onderliggende problemen bij jongeren met genderdysforie.
  2. Diverse onderzoeken wijzen uit dat puberteitsremmers niet zorgen voor een verbetering van het welzijn van kinderen.

– einde artikel –

Je las een Premium artikel uit Gezond Verstand

Volg ons op social media

Kijk en beluister Gezond Verstand via

X


Dit artikel is alleen voor abonnees
Login als abonnee of abonneer je om onbeperkt alle artikelen te lezen.
Word nu abonnee van Gezond Verstand Magazine

Kies uit een jaar– of kwartaalabonnement en ontvang de meest kritische en onafhankelijke kijk op actuele onderwerpen.
Wil je liever digitaal lezen? Voor slechts €60 per jaar heb je al een digitaal abonnement.
Je krijgt na je bestelling direct toegang tot alle uitgaven op de website.

Gerelateerde berichten

Privacybeleid
Wanneer u onze website bezoekt, dan kan deze informatie via je browser opslaan voor specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hieronder kunt je je privacyvoorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van cookies van invloed kan zijn op je ervaring op onze website en de diensten die we aanbieden.