Imgard van Salingen
anvankelijk kwam bij mij de gedachte op dat het uiterst ongewoon en merkwaardig moest worden gevonden dat een middel dat op geen enkele manier voldoende getest had kunnen zijn, aanstaande moeders als een redmiddel kon worden opgedrongen. Daarnaast was ik geschokt door het feit dat aanstaande moeders, in beslag genomen door gedachten van bescherming van het ongeboren kind, zelf daar geen vragen over stelden. Ook werd het voor mij steeds onbegrijpelijker dat verloskundigen geen blijk gaven op dit gebied een geweten te koesteren.
Wij worden opgeleid met heel veel regels die voor de veiligheid van moeder en kind minutieus moeten worden opgevolgd. En als verloskundigen zwangere vrouwen aanmoedigen om de prik te nemen omdat dat veiliger zal zijn, ook voor het kind, dan hebben deze beroepsmedici met deze nieuwe regel voor veiligheid een natuurlijk gezag, ook over ons in de kraamzorg. De regels die men moet volgen zijn strenger dan velen als normaal zouden beschouwen, zoals dat een aanstaande moeder vooral geen rauwmelkse kaas of rosbief mag nuttigen. Maar de feiten over de prik als oorzaak van de uitzonderlijk vele miskramen zijn overdonderend, deze feiten worden niet officieel openbaar gemaakt maar zijn gebaseerd op onze eigen ervaring. De kraamzorg wordt hier regelrecht mee geconfronteerd, aan het front van een gebied over leven en dood. Ook krijgen wij in deze zorgtak nogal vaak een telefoontje dat kraamzorg niet meer nodig is omdat de zwangerschap is afgebroken – het kindje is er niet meer.
– Het artikel gaat verder onder de afbeelding –
De gevaren van de injecties voor de zwangere moeder en de baby zijn geen zaken die ik met collega’s in de kraamzorg kan bespreken. Het is eenvoudigweg een gigantisch taboe. Dat geldt niet voor diverse groepen van allochtone Nederlanders, die aanvankelijk blijk gaven verrast te zijn dat ook ik niet geloofde in het heil van de injecties, en zeker niet in het positieve advies – vrijwel dwang door emotionele chantage – voor aanstaande moeders om deze toch vooral te nemen. Dat merkte ik meestal op ongeveer de derde dag dat ik een familie bezocht. Het besef dat ik heel erg goed hun twijfels begreep, en zelfsde injecties als een groot gevaar zag, zorgde voor een enorme opklaring bij zo’n bezoek voor beide kanten: we hadden elkaar gevonden in iets fundamenteels over het leven.
Allochtonen uit Afrikaanse landen, zoals Nigerianen en Ghanezen, en mensen uit Eritrea zijn niet geneigd om automatisch te aanvaarden wat de overheid zegt dat goed voor ze is. Surinamers en anderen afkomstig van de Antillen zijn aanzienlijk volgzamer. In mijn ervaring is het godsbewustzijn bij Afrikaanse volken een stuk belangrijker dan bij degenen uit het Caribische gebied.
Van dat ontwikkelde godsbegrip wordt op grote schaal misbruik gemaakt door overheidsmedewerkers die veel doen om twijfelende aanstaande moeders om te praten. Voor deze christelijke mensen staan de wensen en bedoelingen van God ver boven de wensen en bedoelingen van de overheid. De injectiecampagne treft hen in de kern van hun bestaan. Want het is via de kerken dat degenen die duidelijk hebben gemaakt geen ‘vaccinatie’ te aanvaarden, worden gemanipuleerd en emotioneel gechanteerd om dat toch te doen. Dit geldt in het bijzonder voor de Anglicaanse Kerk waarvan de voorgangers een band van vertrouwen onderhouden met hun kerkgangers. Deze geestelijke bemiddelaars worden door de overheid op diverse manieren aangemoedigd, en betaald, om hun kerkgangers op dit punt te bekeren. Injectieploegen komen soms naar deze kerken om daar massaal gestalte aan te geven.
Van enige afstand heb ik ook waargenomen dat een vergelijkbare twijfel aan en weigering van de injecties voorkomt in moslimgemeenschappen. Ook voor hen is wat Allah gebiedt iets dat niet anders dan boven een voorschrift van de Nederlandse overheid kan staan. Wat de overheid biedt als garantie voor veiligheid is nepveiligheid, want deze gelovigen gaan ervan uit dat alleen de bedoelingen van het Opperwezen met ons geldig zijn.
Vanzelfsprekend gaan bij zo’n gigantische misdaad en verleiding tot wat neerkomt op moord van de ongeborenen, de gedachten ook naar de collega’s met wie men niet over zulk een enorm gegeven van gedachten kan wisselen. Het kan bijna niet anders dan dat ook zij tot vergelijkbare gevolgtrekkingen als die van mij zijn gekomen. Maar ik heb er nog geen ontmoet. Mocht het in een niet daarvoor bedoelde conversatie toch even zijdelings aan bod komen, dan ervaart men het dichtklappen van de ander voor de informatie die iedereen met enige nieuwsgierigheid zou willen weten. Als je een steentje in de vijver gooide dan was het gevolg een plotselinge gespannen stilte. De collega’s moeten juist officieel de weigeraars als potentiële moordenaars zien. Want het spuitje is bedoeld om levens te redden. Daar komt bij dat deze collega’s hebben meegewerkt aan de gevolgen van het overheidsbeleid aangaande de injecties van aanstaande moeders. Zij zouden met de erkenning dat dit verschrikkelijke gevolgen heeft gehad, zichzelf in gewetensnood brengen.
– einde artikel –
Je las een artikel uit Gezond Verstand nummer 80
Volg ons op social media
Kijk en beluister Gezond Verstand via