Alexei Delekh
e veronderstelde taak van een journalist is om afwegingen te maken tussen informatie afkomstig van bronnen die een zaak vanuit verschillende perspectieven bezien, en de burger zo objectief mogelijk te informeren. Dit houdt ook in het kritisch beoordelen van staatsmedia als de NOS. Een overweldigende meerderheid van studenten die ik ondervroeg gaf aan dat een kritisch beeld van de NOS onjuist zou zijn. Veelgenoemde redenen genoemd door Tilburgse studenten waren: “Ik volg de NOS al mijn hele leven”, “Waarom zou ik de bekendste nieuwsomroep niet vertrouwen?” en “Anders kan ik niets meer vertrouwen”. Naast de NOS werden ook, en om dezelfde reden, nieuwsmedia als de Volkskrant en nu.nl als zeer betrouwbaar bestempeld. Wanneer de studenten werd gevraagd waarom zij dan wel zulke bronnen als zeer betrouwbaar beschouwen, gebruikten ze graag bij herhaling de termen ‘democratie’ en ‘rechtsstaat’. We zouden immers in een democratische rechtsstaat leven met persvrijheid, wat niet anders dan invloed zou hebben op de kwaliteit van de nieuwsvoorziening.
Dat in werkelijkheid persvrijheid niets met perskwaliteit heeft te maken, evenmin als een opleiding doen betekent dat men wordt opgeleid, lijkt aan hen voorbij te gaan. De aanwezigheid van ‘experts’ en correspondenten zou ook zorgen voor de kwaliteit van de staatsmedia. Het gebruik van dat argument is verrassend, want verschillende studenten benoemden ook You Tube en instagram in zijn geheel als betrouwbaar. Russia Today heeft ook experts en correspondenten, maar deze zijn vergeleken met die van de NOS niet betrouwbaar, “want wij leven vrij in Nederland, en in Rusland bestaat geen persvrijheid.” Als de studenten werd gevraagd of ze ooit hadden gehoord van de Russische oppositiekrant, Novaya Gazeta, antwoordden ze allen ontkennend. Met andere woorden, ze kijken niet verder dan hen op de opleiding wordt aangeraden om te doen.
De studentenredactie Oekraïne van de Tilburgse hogeschool gaf aan het ongepast te vinden om de mainstream mediaplatformen te wantrouwen, en was alleen al door de gedachte zichtbaar verontrust. Veel studenten gaven blijk van een onbetwiste afhankelijkheid van de staatsmedia, omdat ze tijdens hun opleiding niet anders te horen krijgen dan dat deze eenvoudigweg betrouwbaar zijn. Slechts een enkeling gaf aan zelf een afweging te willen maken met behulp van een diversiteit aan bronnen, en zelf onderzoek te willen doen met behulp van primaire bronnen.
Over de details van de situatie in Oekraïne waren de studenten vrijwel allemaal uitzonderlijk gebrekkig geïnformeerd. Slechts 6% van de gevraagde Tilburgse studenten was bekend met het Azovbataljon, dat als een van de belangrijkste elementen van de Oekraïense strijdkrachten moet worden gezien. Onder de studenten in Utrecht was er niemand die ook maar iets over dat machtige legeronderdeel had vernomen. Ze leerden ook alleen maar iets over vermeende Russische oorlogsmisdaden. Om zich af te vragen of de Oekraïners wellicht oorlogsmisdaden plegen, zou als zeer kwalijk zijn beschouwd, want “Het is een eenzijdige oorlog die uit het niets door Rusland is begonnen.” Het is dan ook vanzelfsprekend dat geen enkele student had gehoord over de staatsgreep in Kiev in 2014. Weinigen was gevraagd onderzoek te doen naar de aanleidingen van het conflict tussen Kiev en de Russische Federatie.
Op een door de Tilburgse hogeschool georganiseerde Oekraïne-dag, waarop de studenten hun licht zouden laten schijnen op het conflict, vertelde docent datajournalistiek Lammert Landman dat de Russische Z op een hakenkruis begint te lijken. Hij vermeed koste wat het kost het onderwerp van de verering van daadwerkelijke nazi’s in Oekraïne, en de nazistische achtergrond en kenmerken van het Azovbataljon.
Veel van deze journalisten in spe gaven als resultaat van hun aangeleerde denkwijzen weinig om het idee van hoor en wederhoor, maar sommigen gaven blijk van verbazing wanneer ze begonnen na te denken over de mogelijkheid dat ze zeer eenzijdig zijn geïnformeerd. Deze minderheid gaf aan het zeer verdacht te vinden dat er geen wederhoor vanuit het Russische perspectief te horen viel. Tijdens de Oekraïne-dag had elke student met wie ik sprak uitsluitend pro-Kievsprekers gehoord. Gastspreker Robert van der Noordaa, columnist en onderzoeksjournalist, beweerde stellig dat Poetin nepnieuws en desinformatie de wereld inslingert. Ook zouden ‘Russische trollen’ het internet hebben geïnfiltreerd. Geen enkele gegronde onderbouwing werd in dit verband aangeleverd.
Zo gaan alle journalisten in opleiding dankzij hun docenten en uitgenodigde sprekers bijvoorbeeld voorbij aan de valse berichtgeving van de Oekraïense president Zelensky over de dertien omgekomen soldaten op het Slangeneiland, die springlevend bleken te zijn, en goed door hun Russische gevangennemers zijn behandeld. De NOS had dit onjuiste bericht direct overgenomen en nooit in twijfel getrokken. Robert van der Noordaa is tevens niet gediend van een fatsoenlijke omgang met overheidskritiek. Zo noemde hij mensen die geloven dat de overheid nalaat belangrijke feiten in de openbaarheid te brengen, ‘van het padje af’ en ‘psychiatrische patiënten.’
Ook correspondent Joost Bosman was te gast op de Oekraïne-dag. Docenten van de hogeschool stelden hun vragen over het ‘kwade’ Rusland en vermeden zorgvuldig alle mogelijke kritische vragen. Een van de vragen ging over de steun van de Russische bevolking voor president Poetin, en hoe dit mogelijk was. Volgens de correspondent, die behoort te weten wat zich in Rusland afspeelt, worden Russen niet of nauwelijks geïnformeerd, en krijgen ze op de televisie niets van belang te zien. Geen enkele docent vroeg zich af of dit overdreven of onzin kon zijn. Niemand in de zaal bleek ervan op de hoogte te zijn dat bij vrijwel elke nieuwsuitzending van Rossiya 24 – de NPO 1 van Rusland – de burgers worden ingelicht over hoe de Oekraïense strijdkrachten zich positioneren in woonwijken en burgers als schild gebruiken, en hoe Oekraïense soldaten Russische soldaten die zich overgeven, verminken of neerschieten. De Geneefse Conventies werden door medewerkers van de FHJ enkel genoemd als het ging om vermeende Russische oorlogsmisdaden, maar werden genegeerd wanneer het ging om Oekraïners die deze aan de lopende band plegen. Alleen al het willen begrijpen van de Russische kant zou een verkeerd idee zijn.
De Utrechtse studenten menen zich meer te verdiepen in het conflict dan de Tilburgse studenten. Maar dit is meer schijn dan werkelijkheid. In tegenstelling tot de Tilburgers zouden de Utrechtse studenten zich verdiepen in veronderstelde oorlogsmisdaden. Terwijl ze menen oorlogsmisdaden goed te kunnen benoemen, blijken ze geen onderzoek te doen naar onafhankelijke primaire bronnen waarin deze bewezen zouden zijn, en verdiepen ze zich niet in het feit dat Engeland, als voorzitter van de VN-Veiligheidsraad, het Russische verzoek om serieus relevant onderzoek, heeft afgewezen. De studenten leren hoe ze met het vingertje moeten wijzen wanneer het op oorlogsmisdaden aankomt, maar hebben geen idee wanneer iets überhaupt een oorlogsmisdaad mag worden genoemd.
Een aantal studenten in Utrecht is bekend met het gezegde: “Het eerste wat in een oorlog sneuvelt is de waarheid.” Zo zou den ze moeten leren om niet direct te geloven wat hen wordt verteld. Het belang van dit beroemde gezegde wordt evenwel direct genegeerd wanneer dezelfde studenten beweren alle vertrouwen te hebben in de staatsmedia, omdat deze een professionele uitstraling zouden hebben. De Utrechtse studenten geven aan dat ze ook vanuit het Russische perspectief worden geïnformeerd en wat meer over de andere kant van het verhaal willen horen. De vraag of de sfeer meer pro-Oekraïens of pro-Russisch is op de Utrechtse journalistieke school, stuit op het probleem dat ruim de helft van de studenten de vraag pas kan beantwoorden als ze uitgelegd krijgen wat ‘pro’ betekent. De Utrechtse studenten blijken in werkelijkheid net zo slecht ingelezen te zijn in de Oekraïense situatie als hun studiegenoten in Tilburg. Op beide scholen weten de leerlingen weinig tot niets over belangrijke onderwerpen als het Azovbataljon en de voorgeschiedenis van dit conflict, en achten ze wat over de strijdende partijen in de door de overheid gecontroleerde media wordt gezegd, onafhankelijk en betrouwbaar.
Volg Gezond Verstand via:
Telegram: https://t.me/gezond_verstand
Facebook: https://www.facebook.com/StichtingGezondVerstand/
Twitter: https://twitter.com/_GezondVerstand
LinkedIn: https://www.linkedin.com/company/stichting-gezond-verstand/
Instagram: https://www.instagram.com/gezondverstand.eu/
Kijk/beluister Gezond Verstand via:
YouTube: https://www.youtube.com/c/stichtinggezondverstand
Spotify: https://open.spotify.com/show/7J42HUFoHpr7vCCy63jDjz?si=193440649f3e4d96
Soundcloud: https://soundcloud.com/gezond-verstand