Redactie
Naast de media is het onderwijs de belangrijkste broedplaats voor de globalistische vooroordelen. Hier kunnen de machthebbers jongeren indoctrineren met de door hen gewenste politieke visies. De media hebben uiteraard enorm veel invloed op het wereldbeeld van de bevolking en doorsneemeningen over belangrijke zaken. Het effect daarvan wordt in het onderwijs doorgegeven en aangescherpt. Op deze manier is het met alle vooroordelen gevormde wereldbeeld al gesneden koek voor de volgende generatie, een generatie die niet anders dan er vanuit kan gaan dat dit beeld de werkelijkheid vertegenwoordigt.
Vanzelfsprekend nemen veel kinderen de woorden van de leerkrachten eenvoudigweg over omdat ze zelf nog niet voldoende ontwikkeld zijn om er kritische gedachten op los te laten. Ook later, wanneer zij in hun ontwikkeling al een stap verder zijn, zullen tieners en zelfs universiteitsstudenten nog blijvend zijn beïnvloed door deze indoctrinatie. Want de media helpen daar natuurlijk aan mee. Wanneer je bij het opgroeien aan niets anders dan de gevestigde media blootgesteld bent geweest, dan komt het niet bij je op dat er mogelijk zeer twijfelachtige beweegredenen schuilen achter wat die media vertellen. Voor de meeste jongvolwassenen is het ondenkbaar dat achter de selectieve berichtgeving iets anders plaatsvindt dan kennisoverdracht.
Een probleem is dat niemand werkelijk bezwaar kan hebben tegen de idealistische doelstellingen zoals deze worden voorgesteld in het vaste rijtje van de SDG’s. Wie kan er nu tegen duurzaamheid in het algemeen zijn, of tegen het bestrijden van armoede en ongelijkheid, en het bevorderen van rechtvaardigheid. De klimaatdoelstellingen zijn al decennia geleden verward geraakt met de idealistische oogmerken van de milieubeweging. Ze gaan al lang niet meer over het behoud van de natuur maar alleen over de afschaffing van fossiele brandstof.
De Nederlandse overheid maakt duidelijk dat zij geheel achter de 17 SDG’s staat en ze actief wenst te bevorderen. Dit gebeurt onder meer middels de koepelorganisatie SDG Nederland, gehuisvest in het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Deze bestaat uit meer dan 1.000 organisaties, waaronder gemeenten en onderwijs- en financiële instellingen, die allemaal bezig zijn met activiteiten waarvan ze denken dat ze relevant voor de doelstellingen zijn. De landelijke coördinator voor de SDG’s, Sandra Pellegrom, is diplomaat bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Volgens haar kan je wat betreft de SDG’s “er moeilijk tegen zijn”.
Maar uit alles blijkt dat deze ambtenaar, evenals het gros van de politici, er nooit over denken om het politieke programma dat door de SDG’s wordt bevorderd, door te lichten. Achter de voorgevel van de idealistische doelstellingen ligt de focus op machts- en kapitaalverschuivingen. Hun koers is namelijk gebaseerd op de verdeling van geld naar specifieke organisaties die deze politieke agenda ondersteunen. Zo is bijvoorbeeld een invloedrijke organisatie als de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) lid van de stuurgroep van SDG Nederland. Een andere prominente organisatie binnen SDG Nederland is Worldconnectors, een organisatie die tal van politici, journalisten en overheidsmedewerkers als leden heeft.
– Het artikel gaat verder onder de afbeelding –
Het Centrum voor Natuur- en Milieueducatie in Maastricht heeft in samenwerking met SDG House Maastricht ervoor gezorgd dat kinderen van maar liefst tien basisscholen gastlessen kregen over de niet nader uitgelegde doelstellingen. Elke vorm van kritisch leren denken over deze kwesties wordt systematisch vermeden. Het utopische aspect van de doelen blokkeert het pragmatische zicht op de SDG-agenda’s. Een korte blik op de website van SDG Nederland toont al aan dat het onderwijs ‘groen en duurzaam’ moet worden. Het zijn politieke doelstellingen die niet als zodanig worden onderkend. Jonge kinderen krijgen met doctrines te maken zonder dat zij beseffen welke gigantische transnationale ondernemingen en financiële instanties baat hebben bij deze doctrines.
Het WEF verbergt zich wat meer achter de schermen, maar verkondigt dezelfde idealistische fantasieën. Het WEF heeft vooral technologieën voor ogen waaraan kinderen gewend moeten raken. Het begint erop te lijken dat kinderen ontworpen moeten worden als waren zij robots die dienen om de gewenste technologie te bevorderen. Het WEF dringt ook door op de hogescholen. Fontys Hogescholen leidt bijvoorbeeld onderwijsingenieurs op die het onderwijs van de toekomst moeten vormgeven: “Als leidraad hanteren we de uitwerking van de 21e eeuwse vaardigheden van de Stichting Leerplan Ontwikkeling en Kennisnet en die van het World Economic Forum.”
Nog een detail over indoctrinatie via het lesrooster: de grootste schoolboekenleverancier van Nederland, Van Dijk, die 70% van de leerboekenmarkt beheerst, is gekocht door de beruchte activistische multimiljardair George Soros, die miljoenen steekt in het bevorderen van ideologische projecten als de SDG-agenda’s. Dat geeft hem een uitzonderlijke toegang tot het curriculum op Nederlandse scholen.
Op het gebied van het politieke wereldgebeuren is de NAVO maatgevend voor het Nederlandse onderwijs. Datzelfde geldt natuurlijk opnieuw ook voor de media. Het resultaat daarvan is een constante negatieve beeldvorming om de indruk te wekken dat Rusland moet worden gezien als vijand, met een agressieve president die uit is op vergroting van zijn grondgebied. Een glashelder voorbeeld daarvan kan worden gevonden op de basisschool, waar veel kinderen elke week een NOS Jeugdjournaaloverzicht ingegoten krijgen, met de meesters en juffen als trechter. Het Jeugdjournaal brengt uitsluitend negatief nieuws over politieke ontwikkelingen omtrent Rusland.
Naast het zwaard, zijn de media ook het schild van de overheid. Het laten horen van een tegengeluid door Nederlandse politici tegen de bovengenoemde organisaties die de zogenaamde duurzame ontwikkelingsdoelstellingen nastreven, zowel als tegen de doelstellingen zelf, is zo goed als taboe. Politici en commentatoren die het door de doelstellingen voorgeschreven beleid bekritiseren, lopen het risico gedemoniseerd te worden. Opnieuw geldt datzelfde voor het onderwijs. Sommige docenten zijn al geneigd om hun leerlingen met een stemadvies lastig te vallen, omdat zij denken dat er in Nederland een gevaar bestaat dat extreemrechtse partijen teveel invloed gaan krijgen. De ruimte voor het vormen van eigen inschattingen over politiek door leerlingen wordt daarmee vernauwd. Ook de hogescholen geven blijk van een doctrine van enkel het voorgeschreven narratief. Het is niet zeldzaam dat docenten van de Juridische Hogeschool Avans & Fontys (JHS), maar ook van andere hogescholen, de urgentie voelen om zich constant uit te spreken over specifieke politici. “Als ik wel Hitler mag vermoorden, waarom zou ik dan ook niet de handlanger van Hitler mogen vermoorden, of Trump op dit moment, of Baudet?”, aldus een docente aan de Haagse Hogeschool.
– einde artikel –
Je las een gratis artikel uit Gezond Verstand
Volg ons op social media
Kijk en beluister Gezond Verstand via