Scroll Top

Oprukkende technocratie in het onderwijs (Klaas de Ridder)

Door de sluiting van de basis en middelbare scholen, het mbo, hbo en de universiteiten, hebben leerlingen en studenten geheel onnodig een flinke leerachterstand opgelopen. Door al het online onderwijs zijn kinderen en studenten onderworpen aan een verregaande digitalisering en virtualisering van hun leefwereld, waardoor veel van hen last hebben van eenzaamheid en depressieve gevoelens, maar ook problemen met motivatie en concentratie, zo bleek uit recent onderzoek van ResearchNed in opdracht van het Interstedelijk Studenten Overleg.
oprukkende technocratie onderwijs 1
Oprukkende technocratie in het onderwijs

Klaas de Ridder

Door de sluiting van de basis en middelbare scholen, het mbo, hbo en de universiteiten, hebben leerlingen en studenten geheel onnodig een flinke leerachterstand opgelopen. Door al het online onderwijs zijn kinderen en studenten onderworpen aan een verregaande digitalisering en virtualisering van hun leefwereld, waardoor veel van hen last hebben van eenzaamheid en depressieve gevoelens, maar ook problemen met motivatie en concentratie, zo bleek uit recent onderzoek van ResearchNed in opdracht van het Interstedelijk Studenten Overleg.
A

ls ‘vergoeding’ voor studenten hebben demissionair ministers Van Engelshoven en Slob aangekondigd dat het collegegeld voor het jaar 2021/2022 wordt gehalveerd. Beiden benadrukken daarbij dat iedereen “ondanks de coronacrisis” alle kansen op een goede toekomst verdienen. De betekenis van een ‘goede toekomst’ wordt echter bepaald door dezelfde functionarissen en agenda’s die, ironisch genoeg, de huidige leerachterstand hebben veroorzaakt; het beleid van de technocraten van de Verenigde Naties en hun nevenorganisaties de WHO en UNESCO. Onder de leiding van UNESCO (United Nations Educational, Scientific and Cultural  Organisation) is reeds een speciale ‘COVID-19 Global Education Coalition’ opgericht, onder andere om onderwijs op afstand te verbeteren. Want volgens deze nieuwe coalitie is “digitaal leren de weg voorwaarts”. Binnen het wetenschapsonderwijs resulteert het in een directe stimulans voor de internationalisering, een eveneens sterk nagestreefd doel.

Zoals veelvuldig is besproken in dit blad, wordt deze ‘nieuwe mondiale agenda’ gedreven door een technocratische ideologie: toegepaste wetenschappelijke kennis is leidend voor de totstandkoming én uitvoering van deze agenda. Deze benadering is onlosmakelijk verbonden met een ‘techno-optimisme’; een blind vertrouwen in de zaligmakende effecten van toegepaste wetenschap en technologische innovaties, gecombineerd met de overtuiging dat de effecten ervan de mens en de wereld zullen verbeteren. Daarachter schuilt de uiterst naïeve aanname dat alles kenbaar, voorspelbaar en maakbaar is – alsof wat nu ‘wetenschap’ heet voor alles oplossingen kan bieden.

In de werkelijke wetenschappelijke praktijk regeert evenwel een managersmentaliteit van ‘meetbare effectiviteit’. Dat betekent dat het beleid per definitie als goed wordt beschouwd wanneer de effecten ervan met cijfers kunnen worden onderbouwd. Dit bewijst zogezegd het veronderstelde ’wetenschappelijke karakter’ van de plannen, en op basis daarvan stelt de technocraat dat het beleid legitiem is. Alsof alles wat wetenschap wordt genoemd de waarheid vertegenwoordigd en de werkelijkheid moet bepalen. Democratische legitimiteit en ethische validiteit blijven buiten zicht. De technocraten kunnen die aspecten van onderzoek en innovatie buiten beschouwing laten, want uiteindelijk bestaan de VN aanhangsels uit een niet-gekozen internationale elite. Met als logisch gevolg dat ze ook niet politiek ter verantwoording worden geroepen.
Desalniettemin worden de technocratische plannen en doelstellingen – afkomstig uit de hoge hoed van een volslagen ondemocratisch proces van besluitvorming – op alle ‘schaalniveaus van de overheid’ doorgevoerd. Daardoor bestaat ook het merendeel van de Nederlandse onderzoeks- en onderwijspraktijk inmiddels uit de leveranciers en de producten van diezelfde plannen.

Al ruim voor de huidige ‘crisis’ werden onderwijsinstellingen in verregaande mate onderworpen aan de macht en logica van de technocraten en de uitvoerende bureaucratische kaste. Zonder verantwoording van de besteding van gemeenschapsgeld is- onder de vlag van ‘citizen science’ en ‘new public management’ – onderzoek in sterke mate gericht geraakt op de zogenaamde Sustainable Development Goals (SDG’s)van de VN aanhangsels. De Nederlandse regering heeft zich in 2015 al expliciet gecommitteerd aan het realiseren van deze doelstellingen. Dit in navolging van Agenda 2030 voor Duurzame Ontwikkeling, vastgesteld in 2015 te New York, door een groep mensen waarop niemand ooit heeft gestemd. De toenmalig minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, mevrouw Ploumen van de PvdA, verkondigde in die tijd al dat Nederland ernaar streeft om alle SDG’s in 2030 te behalen. Dat biedt een plausibele verklaring waarom haar opvolgster, momenteel demissionair minister Kaag van D66, graag de PvdA in de kabinetsformatie betrekt.

Het Nederlandse onderwijssysteem wordt inhoudelijk op één lijn gebracht  met de SDG’s. De regering ziet vernieuwing van de curricula als een overheidstaak. Het maakt de SDG’s onderdeel van het lesmateriaal, dat vertaald moet worden in praktijkgericht onderzoek. Als gevolg daarvan heeft de ‘nieuwe mondiale agenda’ het Nederlandse onderwijs  volledig geïnfiltreerd. Alle dogma’s van de diversiteitsdoctrine, equity-ideologie en klimaathysterie worden aan jonge en ontvankelijke geesten gepresenteerd als de belofte van de eerder genoemde ‘duurzame toekomst’.

Gezond Verstand thuis ontvangen?
Doe mee en ontvang 24x per jaar Gezond Verstand thuis. Als abonnee krijg je toegang tot alle edities (online) én het ledenforum. Met jouw bijdrage ondersteun je de onafhankelijke journalistiek en berichtgeving voor en door Nederlandse burgers.

Een nieuwe toevoeging in het geheel, ‘digitale geletterdheid’, wordt trots vermeld in de ‘Vierde Nederlandse SDG Rapportage’. Dat is pure ironie, want voor de jongere generaties is het bestaan en gebruik van allerlei hypermoderne technologieën, vooral  martphones en tablets, al volledig vanzelfsprekend. Van jongs af aan voltrekt het leven zich op een beeldscherm en daarbij grotendeels online, waarbij microfoons en camera’s niet weg te denken zijn. Bij menigeen ligt de smartphone bijna permanent in de hand, of in ieder geval binnen handbereik. Via het gebruik van toegepaste psychologie hebben softwaremakers de jeugdige massa’s verslaafd gemaakt aan signalen en symbolen. Al geruime tijd wordt er binnen de geestelijke gezondheidszorg gesproken over een ‘telefoonverslaving’ ofwel ‘beeldschermverslaving’.

Tristan Harris, voormalig ‘bedrijfsfilosoof’ bij Google, stelde in het Amerikaanse tijdschrift The Atlantic dat aan de ‘andere kant van het scherm’ vele duizenden mensen werken aan het verzwakken van de zelfbeheersing van de gebruikers. Het woord gebruiker kan hier dus ook anders worden opgevat dan simpelweg als ‘consument’; het illustreert een sterke afhankelijkheid, die wordt uitgebuit door de aanbieder. Een direct gevolg van de huidige ‘crisis’ is dat de meesten van ons extra afhankelijk zijn geworden van allerlei bekende software- en techgiganten, zich welbewust van het feit dat onze privacy hiermee in het geding is.

Deze monomane fixatie op digitaliteit en de toekomst heeft als gevolg dat veel mensen bang zijn om achter te blijven – men moet ‘up-to-date’ zijn. De individuele mens wordt beloond met een gevoel van deel uitmaken van een constant en groter geheel. Wanneer er veel berichten en ‘likes’ binnenkomen op een warm oplichtend scherm, voelt men zich begrepen en gewaardeerd. In werkelijkheid zitten velen van hen vast in een ongrijpbaar heden, gericht op een immer voortvluchtige toekomst en een mix van veelal relatief oppervlakkige vormen van ‘sociale interactie’, gecombineerd met een constante stroom van ‘infotainment’. Zo gaan de actualiteiten het ene oor in, en het andere weer uit. De toenemende technologisering veroorzaakt een verarming van het historisch bewustzijn, waardoor de volgende generaties steeds verder verwijderd zullen raken van de werkelijke continuïteit en samenhangende totaliteit waarbinnen we ons bevinden. Verbanden zijn altijd noodzakelijk voor een adequate duiding van de actualiteit en het wereldgebeuren. Maar de context van het beeldscherm is een momentopname, en seconden daarna geschiedenis; iets dat kennelijk snel verloren raakt in cyberspace. Een samenleving die zodanig blind op de toekomst is gericht en met het verleden heeft gebroken, een gemeenschap waarin de meesten alleen nog maar weten wat recentelijk is gebeurd, heeft de Nederlandse cultuurfilosoof Ton Lemaire treffend ‘de amnesie van het actualisme’ genoemd.

Toekomstige beleidsmakers, overheidsconsultants, maar ook bestuurders, directeuren, en uiteraard managers, groeien op in een ontluikend totalitair en technocratisch systeem, en worden daar tevens in onderwezen. In de laatste veertien maanden zijn ze daarbij ook nog eens overvoerd geraakt met angstbeelden en doemscenario’s. Velen leven daardoor in de valse veronderstelling dat alleen de zaligmakende werking van wetenschap en technologie de voorspelde misère kunnen oplossen ofwel voorkomen. De belofte van een toekomst vormgegeven door technologie maakt hen blind voor de hen – zogenaamd tijdelijk – ontnomen vrijheden. Het actualisme van cijfers, gemiddelden, prognoses en andere abstracte en theoretische ficties drijft hen weg van de werkelijke oorzaken van de huidige crisis, waarvan de eerste tekenen al ver voor 2019 zichtbaar waren.

Je las een artikel uit:
Gezond Verstand nummer 17

Privacybeleid
Wanneer u onze website bezoekt, dan kan deze informatie via je browser opslaan voor specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hieronder kunt je je privacyvoorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van cookies van invloed kan zijn op je ervaring op onze website en de diensten die we aanbieden.