Scroll Top

Fossiele aardolie bestaat niet

Aardolie
Fossiele aardolie bestaat niet

Gerard van Ham m.m.v. Albert van de Ven

Vooral in de alternatieve media komt de theorie dat aardolie en aardgas niet organisch zijn, steeds vaker ter sprake. Men ziet het hier als een groot misverstand dat aardolie en aardgas een fossiele herkomst hebben en de wetenschappelijke onderbouwing voor deze theorie wordt steeds geloofwaardiger geacht.

Het officiële verhaal is dat aardolie/aardgas er miljoenen jaren over heeft gedaan om te ontstaan uit resten van planten en dieren (fossiel/biologisch) en het zou er opnieuw miljoenen jaren over moeten doen om dit opnieuw aan te vullen. Op grond van deze gedachte is ons decennialang verteld dat aardolie en aardgas binnen 10 à 15 jaar helemaal op zouden zijn. Daaraan voorafgaand zou een maximum aan productie worden bereikt, wat men Peak Oil is gaan noemen. Vanaf halverwege de vorige eeuw zijn verschillende voorspellingen gedaan wanneer deze Peak Oil zou plaatsvinden, maar desondanks werd na elke Peak Oil voorspelling de productie van aardolie en aardgas alleen maar hoger.

Eeuwenlang, voordat men iets van scheikunde afwist, dacht men daadwerkelijk dat al het brandbare materiaal uit biomassa moest bestaan, zoals hout en turf, die als fossiele brandstof veel gebruikt werden voordat men aardolie ontdekte. Hierop werd de theorie van fossiele aardolie gebaseerd. Of aardolie en aardgas al of niet een fossiele herkomst hebben is al lange tijd, op de achtergrond, een discussie onder wetenschappers.

Sinds de jaren twintig van de vorige eeuw zijn natuurkundigen steeds meer te weten gekomen over hoe de aarde precies alle elementen en verbindingen in evenwicht houdt, waaronder koolwaterstoffen als aardolie en aardgas. In die tijd kwam men erachter dat deze koolwaterstoffen ook a-biologisch tot stand kunnen komen.

In 2012 publiceerde Jerome Corsi het boek The Great Oil Conspiracy. Hierin legt hij o.a. het feit bloot dat Nazi Duitsland in de jaren veertig al brandstof maakte uit  steenkool; een proces, dat bekend staat als het ‘Fischer-Tropsch-Proces’, dat al in de jaren twintig ontwikkeld werd. De moleculaire samenstelling was gelijk aan aardolie. Mineralen die waterstof en koolstof bevatten, samen met katalysatoren zoals ijzeroxide, maken via dit proces waterstof en koolstof vrij, wat leidt tot vorming van moleculaire koolwaterstof-ketens die zich ontwikkelen tot aardgas en aardolie.

Aardolie

Dit komt tot stand onder hoge druk en hoge temperatuur. Een gebrek aan zuurstof voorkomt dat dit natuurlijke chemische proces voortijdig verstoord wordt. De hoge temperatuur, hoge druk en het gebrek aan zuurstof zijn diep onder het aardoppervlak onbeperkt voorhanden, wat ervoor zorgt dat dit ontstaansproces tot op de dag van vandaag voortgaat. De sterkste aanwijzing dat deze processen inderdaad plaatsvinden, ligt in het feit dat olie- en gasvelden zichzelf voortdurend aanvullen. In 1995 werd gemeld dat in de Golf van Mexico (Eugene Island, Louisiana) een uitgeput olieveld weer volgelopen was met olie. In 1999 beschreef een artikel in The Wall Street Journal dat in 1989 de productie aldaar werd vertraagd tot 4.000 vaten per dag, omdat het veld bijna leeg was. Tien jaar later werd de productie echter verhoogd tot 13.000 vaten per dag. De oliereserves zijn omhoog geschoten van 60 miljoen vaten in 1989 tot 400 miljoen vaten in 1999. Dit zijn geen geïsoleerde fenomenen. Ook vanuit Siberië zijn er meer recent meldingen geweest van uitgeputte olie- en gasvelden die opnieuw zijn volgelopen en opnieuw in productie zijn genomen.

The Epoch Times plaatste in 1996 een artikel over Krayushkin, voorzitter van de afdeling Petroleum Exploration van de Oekraïense Academie van Wetenschappen. Hij beschreef dat er elf grote (en één gigantisch groot) olie- en gasvelden zijn ontdekt in een regio die veertig jaar geleden werd afgeschreven, omdat het geen potentieel voor aardolieproductie zou hebben. Het gaat nu echter om 57 miljard winbare vaten olie en 100 miljard kubieke meter gas – vergelijkbaar met de North Slope van Alaska – wat het tot een van de grootste velden ter wereld maakt. Op enkele plaatsen heeft men weliswaar wat dieper moeten boren, maar het verschil met veertig jaar geleden is wel erg groot.

Vladimir Kutcherov, een in Zweden gevestigde Russische geoloog en professor aan de afdeling Energietechnologie van het Royal Institute of Technology (KTH) in Stockholm, publiceerde in 2009 een artikel over de oorsprong van olie in het blad Nature Geoscience. Hij stelde dat olie onmogelijk fossiel kan zijn, omdat het voorkomt in alle soorten gesteente, van alle leeftijden. Een andere expert, Alexander Kitchka, had goede argumenten voor de stelling dat er op grotere dieptes nog veel meer olie en gas gevonden kan worden. Hij noemde in dit verband vulkanisch gesteente en diepzee-warmtebronnen, waar oliemaatschappijen vandaag de dag niet eens naar kijken, omdat er waarschijnlijk nog genoeg goedkopere olievelden voorhanden zijn, waarvan vele zichzelf na verloop van tijd weer aanvullen. Op die grotere dieptes kunnen volgens hem geen fossielen gezeten hebben, omdat er al op vijf km diepte nooit iets van fossiele herkomst gevonden werd. Er zijn overigens al olievelden op meer dan tien km diepte.

De ontwikkeling van het bovengenoemde Fischer-Tropsch-Proces, dat mede leidde tot de wetenschap dat aardolie en aardgas niet fossiel zijn, wordt – naast het gangbare aanboren en oppompen ervan – gebruikt voor het kunstmatig produceren van olieproducten. Nu is het nog niet voldoende rendabel om dit op grote schaal toe te passen, vanwege de benodigde hoge temperatuur. Daarom wordt deze methode momenteel gebruikt door o.a. Shell en Qatar Petroleum op olievelden die niet rendabel genoeg zijn voor pijpleiding-transport. De daaruit resulterende producten zijn: hoogwaardige synthetische petroleum (kerosine), synthetische motorolie, chemicaliën en wasmiddelen. De toekomstige productie van een miljoen vaten per dag is niet voldoende om de huidige aardolieproductie (85 miljoen vaten per dag) te vervangen. Wel lopen er innovatieve projecten, waarbij gekeken wordt naar betere methoden dan het inmiddels honderd jaar oude Fischer-Tropsch-Proces. Het is al mogelijk om van CO2 plus H2O (water) brandstof te maken. In ieder geval komt de techniek voor verscheidene toepassingen van synthetische olie steeds dichterbij.

Ongeacht of de brandstoffen (koolwaterstoffen) nu biologisch of a-biologisch tot stand zijn gekomen, voor de verbranding hiervan is zuurstof nodig, waarbij op zijn beurt weer CO2 vrijkomt. Het geheel is een keten van natuurlijke processen en het zijn steeds weer scheikundige verbindingen die de natuur zelf regelt. De stelling dat brandstof op kan raken is daarmee onjuist, aangezien dit natuurlijke elementen en processen zijn die permanent op aarde aanwezig zullen blijven. De vraag was lange tijd alleen hoe koolstof en waterstof zich diep onder de grond konden verbinden tot aardolie en aardgas. Op die diepte in de aarde is nog nooit iets van fossiele herkomst gevonden, dus moest er een andere verklaring zijn voor hoe deze energiebronnen daar tot stand komen. De theorie van fossiele herkomst van aardolie is inmiddels voor veel mensen mede ongeloofwaardig door de vraag – gezien het olieverbruik in de afgelopen 150 jaar – hoeveel prehistorische dieren er wel niet geleefd zouden moeten hebben op vijf km en dieper onder het aardoppervlak. Om toch het ‘fossiele brandstof’ verhaal in stand te kunnen houden werden er steeds weer nieuwe theorieën bedacht, zoals oerbossen miljoenen jaren geleden, plankton en bacteriën die steen eten, enzovoort. Uitgebreide kennis van scheikunde is er niet voor nodig om te doorzien dat zulke theorieën onjuist zijn.

Ondanks alle kennis bij de olie-industrie over koolwaterstoffen en hoe die ook a-biologisch tot stand kunnen komen, houden politici en media – na honderd jaar kennisuitbreiding en ontwikkeling – nog steeds vast aan de fossiele aardolie theorie. In de media spreekt men tegenwoordig alleen nog maar over fossiele aardolie en fossiele brandstoffen, waarbij het woord ‘fossiel’ er altijd bij wordt genoemd. Blijkbaar moet aardolie schaars zijn, en op kunnen raken. Met dit officiële verhaal kan men de basis leggen voor een afwijkende industriële agenda, zoals we in deze tijd van klimaatangst duidelijk kunnen zien. Valse officiële verhalen worden door de media verspreid en actueel gehouden, en kunnen door politici gebruikt worden om angst te zaaien en dure alternatieven na te jagen. De verschillende officiële verhalen worden daarnaast ook nog eens aan elkaar gelinkt. Zo zou energieverbruik met CO2 uitstoot het klimaat aantasten, waardoor geen plantengroei meer mogelijk zou zijn, waardoor een toekomstige hongersnood ons zorgen baart, enzovoort. Het houdt nergens op. In ieder geval valt hierin geen enkele logica te ontdekken, en zelfs de meest simpele vorm van scheikunde is voldoende om deze theorie van klimaatverandering onderuit te kunnen halen.

– einde artikel –

Je las een gratis artikel uit Gezond Verstand

Volg ons op social media

Kijk en beluister Gezond Verstand via

Privacybeleid
Wanneer u onze website bezoekt, dan kan deze informatie via je browser opslaan voor specifieke services, meestal in de vorm van cookies. Hieronder kunt je je privacyvoorkeuren wijzigen. Houd er rekening mee dat het blokkeren van cookies van invloed kan zijn op je ervaring op onze website en de diensten die we aanbieden.